gemakkelijke prooi voor de Spaanse
kanonniers geworden. Het admiraals
schip werd lekgeschoten en zonk.
Alle opvarenden, zo'n 300, verdron
ken daarbij. De situatie in Zierikzee
werd onhoudbaar. Gouverneur Arend van
Dorp was gedwongen onderhandelingen
met Mondragon te beginnen en op 29
juni werden de capitulatievoorwaarden
getekend. Enige dagen later werden
de poorten voor de Spanjaarden ge
opend
Echter in het Spaanse leger was men
ook niet bepaald vlot met uitbetalen.
En in het verarmde Zierikzee, noch op
het omringende platteland viel veel
te halen. Doordat ook de soldij ach
terwege bleef brak er muiterij in de
Spaanse troepen uit en op 3 november
verlieten zij Schouwen op weg naar
Vlaanderen, alwaar wellicht meer buit
te maken was. Na vier maanden was
Zierikzee weer in handen van de Prins.
De kansen voor Oranje waren gekeerd.
Binnen een week viel hem ook nog het
succes van de Pacificatie van Gent
ten deel
De strijd om Zierikzee was het laat
ste treffen van de Spanjaarden en de
geuzen in Zeeland. Na 1576 vertoon
den de Spanjaarden zich voorlopig
niet meer in de Zeeuwse wateren.
De laatste grote uitputtingsslag was
niet voor niets geweest. De Prinsen-
vloot kreeg hierdoor meer gelegenheid
zich buitengaats te begeven en zich
elders verdienstelijk te maken.
Wat er na het beeindigen van het be
leg van Zierikzee met de galeien is
gebeurd is niet duidelijk. Als eind
1576 door de Staten van Zeeland
wordt besloten de afgedankte schepen
te verkopen, worden daarbij alleen
heuden, karvelen en kromstevens ge
noemd. (40)
Maar er zijn aanwijzingen dat er ook
later weer (meer?) galeien werden
gebruikt. Volgens Pot waren er in
maart 1576 enkele (grote) galeien
gebouwd. Zij hadden elk twee marsen
en 30 roeiers. (41)
Dit feit wordt ook beschreven door
Van de Velde. Op 23 maart werden vol
gens hem "de twee groote galeyen met
meersen" bij de andere gevoegd. (42)
Op 10 augustus 1579 ontvangen de
Staten een brief van Willem van
Oranje waarin deze ordonneert "...om
te seynden de twee galeykens, lig
gende ter Vere, naer Antwerpen, ver-
sien van capiteyn, schipper, stier
man, hoochbootsmanconstabel ende
timmerman". (43)
Twee dagen later antwoorden de Staten
dat zij hiertoe wel genegen zijn,
maar dat zij door gebrek aan finan
ciële middelen "de twee galeykens"
niet kunnen uitreden. Zij verzochten
de Prins daarom de generaliteit er
voor zorg te laten dragen dat zij
uitgerust werden met .amonitien
voor den tijdt van een maendt"
alsmede ze te "...versien van volck
van herwaerts overe". Daarbij maak
ten zij nog de kanttekening dat zij
"...telcker reysen ontboden zijnde,
weder te commen, alsoo men hier
anderssins onversien is van schepen
ende volck te water". De situatie
in Zeeland was er blijkbaar niet be
ter op geworden. In elk geval voel-
23