Noord- en Zuid-Nederlanders samen was. In de derde plaats kan geconstateerd worden dat in het begin van de Opstand galeien niet alleen door watergeuzen in Holland zijn gebruikt, maar dat ook in de Zeeuwse wateren dit type schip is ingezet. En tenslotte is m.i. duidelijk gewor den dat een meer genuanceerd gebruik van het begrip "galei" noodzakelijk is. Er zijn in de loop der eeuwen zoveel soorten galeien gebouwd dat nauwelijks van één "familie" gespro ken kan worden. Zij hebben eigenlijk niet meer gemeen dan het feit dat de voornaamste voortstuwing door middel van roeiriemen geschiedde. Het lijkt NOTEN Momenteel wordt door de auteur op het Rijksarchief in Zeeland een begin ge maakt met het inventariseren en nader toegankelijk maken van het grote en zeer rijke archief van de Rekenkamer van Zeeland uit de periode eind 16de - begin 19de eeuw. Tijdens die werk zaamheden zijn o.a. de monsterrollen van de galeien boven water gekomen. Met dank aan de heer drs. A.C. Meijer, hoofd Inventarisatie op het Rijks archief in Zeeland en onder wiens lei ding het Rekenkamer-project in 1988 van start ging, voor het kritisch doorlezen van de tekst. 1Uitgave Rijmkroniek van Melis Stoke, met historie-, oudheid- en taalkundige opmer kingen door B. Huydecoper, dl. II Leiden 1772, o.a.r. 774, 783, 808, 832. Zie ook J. Sabbe, De vijandelijkheden tussen de Avesnes en de Dampierres in Zeeland, Hol land en Utrecht van 1303 tot 1305, in: Handelingen der Maatschappij voor geschiedenis en oudheidkunde V (1951), m.n. p. 285-295. 2. Zie bijv. Grote Oosthoek encyclopedie 7 (1977), p. 619; Woordenboek der Neder- landsche taal IV (1889), p. 161-163; Van Dale, Groot woordenboek der Neder landse taal 1 (1984), p. 807; en ook Maritieme encyclopedie 2 (1970), p. 299- 302. 3. E.B. Swalue, De daden der Zeeuwen gedu rende den opstand tegen Spanje, Amster dam 1846, p. 148. Zie over de N-Neder- landse galeien m.n. L.Th. Lehmann, De galeien, Amsterdam 1987; A. Bijl, De Nederlandse convooidienst's-Graven- hage 1951; en A. Hallema, Vlaardingen en Dordrecht als oudste Nederlandse galeien mij niet juist pas van galeien in de Noordelijke Nederlanden te spreken met de komst van de "Rode-" en de "Zwarte galei',' hoogstens van de eerste galeien naar klassiek-Zuid- europees voorbeeld. De geuzengaleien zoals de drie galeien die bij het beleg van Zierikzee zijn ingezet (en waarschijnlijk ook de andere galeien die tijdens het begin van de Opstand door de watergeuzen werden gebruikt) onderscheidden zich in ieder geval duidelijk van de andere typen galeien, alsook van andere vaartuigen uit die tijd. Ook de 16e-eeuwer maak te dit onderscheid. depotsin Tijdschrift voor Geschiedenis 66 (1953), p. 69-94. 4. Afgebeeld en beschreven in G. van Loon, Beschrijvinge der Nederlandsche historie penningen 2, 's-Gravenhage 1726, p. 4-5; zie ook de penningen op p. 11-17. 5. Lehmann, a.w., p. 92-95. 6. Rijksarchief in Zeeland (RAZ), rechter lijk archief Zeeuwse eilanden, vierschaar Zierikzee, inv. nrs. 3847 (1541-1570) en 3848 (1570-1612). De vergrijpen waren vooral diefstal, bedelarij en het als vagebond rondzwerven. Dit laatste was verboden volgens een plakkaat uit 1554. Zie over galeistraffen vooral: A. Hallema, Toepassing van galeistraf in de Nederlan den gedurende de 15e en 16e eeuw, in: Tijdschrift voor Strafrecht LX (1951), p125—150en idem, Aard, duur en moti vering van 16de eeuwse vonnissen betref fende galeistraffen, in: Marineblad 26 (1952), p. 113-133. 7. Gedrukte notulen Staten van Zeeland (Not. SvZ), 22.6.1600. Gevangen genomen Spanjaarden werden echter naar Dordrecht gestuurd om op "de galeye" te roeien (Not. SvZ, 6. 7. 1600). 8. Zie o.a. RAZ, Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, hist.- top. atlas van Zeeland "Zelandia Illustrata" (Z.I.), catalogus W.S. UngerIII, 40, 44, 46, 48. 9. J. van de Velde, Tweehonderd-jarig jubel feest, ter gedagtenisse der verlossinge van de stad Zierikzee uit den Spaansche dwingelandijZierikzee 1777,-p. 117 (23 stuks) uit bijlage: Memorie of his torisch verhaal van hetgeen staande de belegering der stad is voorgevallen door 28

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1989 | | pagina 30