Uien
De uien gingen in een juunrenne of
juuntente. Een uienren was ongeveer
anderhalve meter breed en hoog.
Ze werd gemaakt van palen (dikwijls
bonenstokken en ruiters) met stro of
vlechtwerk aan de zijkanten. Het ge
heel werd met ijzerdraad versterkt
en de afdekking was stro.Bij vorst
werden soms bossen stro tegen de
ren geplaatst.
Bij verkoop werd de juun gesnuild
en opgezakt afgevoerd.
Mangels, pulp en bietenblad
Op het staepel'of waren ook de
mangelpit (mangels zijn voederbieten),
de pulppit (voor de natte suikerbie-
tenpulp) en de blaerpit (voor het
suikerbietenblad)
Pulp en bietenblad werden dikwijls
gezamenlijk ingekuild. Zowel de
mangelput en de pulpput waren onge
veer drie meter breed en een meter
diepIn het midden van de put was
een smal straatje voor de korrewae-
hens (kruiwagens). Hiermee werd het
voer naar de stal gebracht.
Ook de mangelput werd met een dikke
laag stro en grond afgedekt. Op de
pulp- en bietenbladput werd een dun
ne laag stro en een zeer dikke laag
aarde aangebracht. Deze grond was
nodig om het materiaal aan te per
sen. Van de put die in het begin drie
a vier meter hoog was bleef maar een
goede meter over.
Kafpit
Soms was er nog een kafpit voor het
tarwekaf
Dit alles bij elkaar was de zeer veel
handenarbeid vragende manier voor de
bewaring van de stro- en hakvruchten
in de eerste helft van de twintigste
eeuw
Dhr. C.M. Martens (Hrh) verwijst naar
Neh. 68, blz. 32, waar de heer
P. Labruyère (Bgk) het zêêlen van
tarwe beschrijft. In zijn dialect
wordt gesproken over doppe.
Erten en boönen aore hedopt.
Net als bij het zeven van tarwe werd
de dop op een bepaalde manier bewo
gen, zodat de erwten en bonen een
draaiende beweging maakten. Maakte
men de beweging juist dan kon men
een rijksdaalder op z'n kant grote
cirkels laten beschrijven in de
zeef
Dhr. P. Labruyère schreef:
"'n Hoeje zêêler kan een dubbeltje
boovenouwe/
Hier hebben we twee voorbeelden,
waaraan men kon toetsen of men de
kunst van het zêêlen doppen onder
de knie had.
Wie van u kent soortgelijke proeven
van bekwaamheid?
We zouden ze graag van u vernemen.
Klederdracht uit Noord-Beveland
50