van het neerstorten van het vlieg
tuig ook af, maar is niet bij het
toestel geweest omdat de Duitsers
dat tegenhielden. Wel hoorde hij van
timmerman Marinus van Zuien, dat er
negen lijken in zeven kisten werden
begraven in het tuintje van de wedu
we Westdorp achter de molen.
Ook dhr. Roozemond wist te vertellen,
dat één van de inzittenden het er
levend afbracht en in burger was ge
kleed. Hem was verteld, dat alle in
zittenden in burger waren, uigezon-
derd de piloot. Een dag na het neer
storten van het vliegtuig was er bij
Roozemond een Duitse officier in huis,
die uit het toestel papieren had ge
haald. Het was een Rijksduitser, die
met een vrouw uit Gorinchem was ge
trouwd. Ook zelf kon hij wat Neder
lands verstaan en spreken.
PERSOONLIJK IN DE COCKPIT
Een derde getuige voor opperwacht
meester Verschoor's onderzoek was
landbouwer J. Droogendijk van de
Buurtweg. Ook hij was in de bewuste
nacht in Stavenisse. Hij hoorde van
het neerstorten van een viermotorig
Engels vliegtuig. Het toestel zou
bemand zijn geweest met Belgische
verzetsstrijders"Aanvankelijk
kwam er noch iemand van ons bij,
noch moest er iets worden geruimd.
De bewaking geschiedde door de in
Duitse dienst zijnde Armenen."
Zo'n drie weken na het neerstorten
van het toestel werd in opdracht van
de toenmalige burgemeester van Stave
nisse een aantal mensen naar het
vliegtuigwrak gestuurd om de stoffe
lijke resten van de bemanning te
ruimen. Daar was ook Droogendijk bij
aanwezig. In de cockpit van het toe
stel trof men de piloot aan, in uni
form. In de onmiddelijke omgeving
van het toestel werden de stoffelijke
resten van acht of negen personen
gevonden. Resten, die grotendeels wa
ren ontkleed en al in tamelijk verre
staat van ontbinding. De plaats waar
het toestel was terechtgekomen stond
grotendeels onder water.
Een van de inzittenden, waarschijn
lijk een Belg, zo weet ook Droogen
dijk te vertellen, is levend uit het
toestel gekomen. Hij moet na de oor
log zelfs nog een keer in Stavenisse
zijn geweest. De slachtoffers werden
aanvankelijk in de polderdijk achter
de molen begraven, zo wordt ook door
deze getuige verklaard, maar zijn
later herbegraven. Droogendijk had
nog een paar stukken van het vlieg
tuig in zijn bezit.
VIA STEENBERGEN NAAR BRUSSEL
Een belangrijke getuige in het onder
zoek van opperwachtmeester Verschoor
was gemeenteambtenaar M.K. de Wilde.
Niet omdat die tijdens de vliegtuig
ramp persoonlijk in Stavenisse was,
maar wel omdat hij in augustus 1945,
dus na bevrijding, in Stavenisse een
gesprek had met de Belg Gaston
Masereel
Masereel vertelde De Wilde dat hij
de enige overlevende was uit de Brit
se bommenwerper, die in de nacht van
2 op 3 juni 1944 in Stavenisse was
neergestort. Masereel was door de
Duitsers gearresteerd en via Steen
bergen naar Brussel overgebracht.
Daar was hij later door de gealli
eerden bevrijd. Masereel zat, zo
luidde zijn verhaal in augustus
1945, met twee andere Belgen in een
Halifax bommenwerper die vanuit
Engeland naar het vaste land was ge
vlogen, waar de inzittenden gedropt
zouden worden voor een spionage-op-
dracht. Onderweg waren zij aange
vallen door Duitse nachtjagers en
hun toestel werd zo zwaar beschadigd
dat het neerstortte. De bemanning
bestond uit 7 Engelsen en de 3 Bel
gische verzetsstrijders die burger
kleding droegen. De omgekomen twee
Belgen noemde Masereel: Fauconnier
en Sterck.
Van de er levend afgekomen Masereel
kreeg De Wilde in december 1945 nog
een brief, maar vernam later niets
meer van hem. Deze vierde getuige
kon verder meedelen, dat op 31 aug.
1945 op de tijdelijke begraafplaats
in Stavenisse een herdenking plaats
vond van de overledenen uit het
Engelse vliegtuig. Medio 1948 zijn
3