begon, werden deze vreemdelingen
"op het rooster gelegd," d.w.z. dat
ze langdurig verhoord werden.
Uit deze verhoren moest blijken of
de Special Operations Executive (SOE),
opgericht door Winston Churchill,
kon rekenen op betrouwbare agenten
die voor speciale opdrachten opgeleid
werden.
Dan volgde een trainingsschool van
drie maanden met een speciale oplei
ding in: militaire opleiding, alge
mene "intelligence", demolite (ver
nielen), sabotage, security (geheim),
vreemde wapens, springstoffen, para
chute, "silent killing" (gemene
handgrepen leren om iemand van kant
te maken), guerilla en een speciali
satie: radio- en zendopleidingpro
paganda, fotografie enz.
Tijdens de opleiding mocht men alleen
de trainingsnaam gebruiken.
Onder geen enkele voorwaarde was het
gebruik van hun eigen naam toegestaan.
Veel agenten kenden elkaar uit de
tijd dat zij gezamenlijk hun Engeland-
vaart begonnen of samen in een mili
tair onderdeel hadden gezeten.
Toch is veel later gebleken dat zij,
jaren na de oorlogvaak eikaars
echte naam niet kenden. Dit kan de
reden zijn dat Masereel aan M.K. de
Wilde andere namen noemde tijdens
zijn bezoek in augustus 1945.
WIE ZIJN DE GEHEIME AGENTEN?
Louis Stroobants (schuilnaam J.
Sterck), kapitein van de I.A.A.
(Inlichtingen Actie Agenten), on
derdeel van de Services de Ren-
seignement et d'Action (S.R.A.).
Geboren in Lombeeke, even ten wes
ten van Brussel. Priesterklooster
ling te Rochefort (B).
Deze pater Dominique wordt de eer
ste keer gedropt op 20 december 1942
in de omgeving van Nijvel ten zuiden
van Erussel. Bij die operatie raakt
de geheim agent echter gewond en is
later ontkomen naar Engeland.
Henri A.L. Filot (schuilnaam Faucon-
nier), kapitein I.A.A. Geboren te
Zwolle op 20 februari 1915.
Filot wordt de eerste maal gedropt
op 13 april 1943 onder de schuilnaam
Mandrill. Deze speciale dienst, opge
richt onder de naam Porcupine-Mandrill,
heeft tot taak Duitse soldaten te de
moraliseren, de dienst valt onder
Political Warfare Executive
Filot gaat, na zijn eerste opdracht
ten uitvoer te hebben gebracht,
weer terug naar Engeland.
GASTON MASEREEL
De enige die het drama bij Stavenisse
overleeft is kapitein Gaston Masereel,
geboren in 1907 te Vorst (op de grens
tussen de provincies Antwerpen en
Limburg). In mei 1940 dient Masereel
als sergeant bij de Belgische grena
diers. Hij wordt dezelfde maand ech
ter door de vijand krijgsgevangen ge
maakt, maar weet op 6 juni van dat
jaar te ontsnappen,
Masereel is een klein-industrieel
in Vorst. Hij tracht zoveel mogelijk
de productie van het familiebedrijf
te saboteren. Daarnaast probeert
Masereel het personeel aan het werk
te houden om te voorkomen dat ze
voor de Duitse bezetter te werk ge
steld worden. Hij sluit zich aan bij
de verzetsgroep "Marianne". Tijdens
een radio-uitzending vanuit zijn wo
ning wordt Leon Bar, de leider van
de groep, door de Duitsers opgepakt.
Masereel vlucht naar Engeland via
Genève, Frankrijk, Spanje en Gibral
tar. Op 14 januari 1944 arriveert
hij in Londen. Hij wordt opgeleid
tot parachutist en organisator.
Gaston krijgt de codenaam "Valerie".
Demissie heet "Andromaque" en hij
krijgt twee marconisten en vier
sabotage-instructeurs tot zijn be
schikking, hetgeen duidt op een be
langrijke missie. Kapitein Masereels
krijgt een koffer mee met een "aan
tal gedecoreerde documenten op micro
film "Valerie" gaat in de nacht van
2 op 3 juni 1944 samen met "Fauconnier"
en "Sterck" aan boord van de Halifax
LL307 met als bestemming Vloesberg-
Geraardsbergen (ten zuidwesten van
Brussel). Boven de Noordzee wordt het
toestel beschoten, raakt zwaar be
schadigd en stort brandend in de
7