te verschaffen in de voor een dorps
kerk toch zeer vreemde plaats in de
dorpsgemeenschap. M.i. is
hij hierin niet voor honderd pro
cent geslaagd. Ondanks alle onder
zoek blijft het een vreemd ver
schijnsel, dat een kerk, die blij
kens onderzoek van prof. Dekker de
oudste in Zuid-Beveland is, uit een
belangrijke fase van haar bestaan
geen enkel spoor heeft nagelaten.
Dat van de eerste houtbouwfase ter
plaatse geen spoor is gevonden kan
nog toegeschreven worden aan een
te summier onderzoek. Het lijkt
mij echter heel onwaarschijnlijk
dat deze houtbouwfase zo lang zou
hebben bestaan als nu wordt gesug
gereerd. Immers van een voor de
hand liggende fase in Romaanse
tufsteenbouw is zelfs nog geen stuk
je tufsteen teruggevonden.
De conclusie van Van Heeringen in
J.R.O.B. 1988 dat de oudste kerk van
Wemeldinge op een andere plaats
moet worden gezocht lijkt mij veel
aannemelijker. Uit onderzoek weten
we dat de huidige kerk van Wemel
dinge gebouwd is op een vliedberg,
ook Lepoeter onderschrijft dit, en
direct in de buurt lagen er oor
spronkelijk nog twee vliedbergen.
Blijkens onderzoek van Trimpe Burger
hadden deze bergen een militaire
betekenis. Van belang is in dit
verband ook dat dicht in de buurt
een perceel grond ligt met de naam
"het burghen". Alles bij elkaar
doet de huidige omgeving van de
kerk van Wemeldinge denken aan een
burchtcomplex, waarvan een deel is
gebruikt als begraafplaats.
Een vergelijkbare situatie treffen
we aan bij Maelstede in Kapelle.
Een vliedberg, een burchtterrein en
een hooggelegen begraafplaats.
De parochiekerk staat evenwel hon
derden meters westelijk en heeft
daar van oudsher gestaan.
Waarom zullen we in Wemeldinge iets
anders veronderstellen? Het verschil
is dat toen in Wemeldinge de Romaan
se kapel bouwvallig werd en er
waarschijnlijk weinig ruimte was om
te begraven, de begraafplaats bij
de oude burcht als zodanig in ge
bruik genomen werd en daar ook een
nieuwe kerk werd gebouwd.
Na deze uitweiding terug naar het
boek. Lepoeter is er op een voor
treffelijke manier in geslaagd het
verleden met het heden te verbin
den. De beschrijving van het gebouw
en zijn vroegere en latere restau
raties en verbouwingen is heel
instruktief en lezenswaardig.
Vooral de omstreden restauratie van
1898 komt uitstekend uit de verf.
Van de nu voltooide restauratie
wordt op een heldere manier verslag
gedaan. Een hoofdstuk over de be
roemde orgelkwestie van Wemeldinge
mocht uiteraard niet ontbreken.
Met de schrijver hopen we dat ook
het orgel spoedig op zijn oude
plaats terugkeert.
Al met al een voortreffelijk ge
schreven boek waarmee schrijver en
uitgever hartelijk worden gefelici
teerd.
B.O.