(biz. 53). Bij ons was de bodem het laddertje, waar later het varken op gehangen werd. De as paste in een inkeping van de ladder Ook bij dhr. A. Boone (Okp) is de gegeven brosse onbekend. Rolkarre of rolsleper Voor het vervoeren van 'n geslacht varken werd op Walcheren de rolkar re gebruikt: eikehout met .mas sieve wielen en ijzeren wielband, ong. 10 cm dik en 'n diameter van 40 a 50 cm. Bij het dorp waseven buiten de bebouwde kom, de openbare "brand- plekke" waar de varkens werden schoon gebrand. Die brandplaats voorzag in hoofdzaak in de behoef te van de kleine luiden met 'n minimaal klein erf. Op de boerde rijen werd het steken en branden op het eigen erf gedaan. Als het var ken vervoerd moest worden, werd het (uiteraard dood) op de rug gerold en aan de voorpoten opgericht tot het vrijwel op het achterste zat. De rolkarre werd er onder geduwd tot het dier er op "gedompt" was. Thuis werd het dan op schoon (handgedorsen) stro gelegd en "uitgeslacht" nadat 't eerst was schoon geschraapt. In Oostkapelle deed men dit vóór de oorlog op 'n vreemde manier: nadat de kop en de onderpoten (tot aan het kniegewricht) waren afgesneden, werd het varken op de buik gezet en via de rug opengemaakt. Uiteindelijk werd de buik van binnenuit doorge sneden. Door wijziging van de keu ringsvoorschriften, waarbij werd geeist dat het ruggemerg zichtbaar werd, kwam die werkwijze te verval 20 len (1942). Wegens tekort aan keur meesters werden ontheffingen gege ven tot 1948. Dhr. Boone bezit een diaserie van 72 stuks, die het uitslachten op de nieuwe, maar ook op de oude manier weergeven, en in aansluiting ook het "vosse soppen"- feestmaal. In ons Woordenboek ontbreekt de rolkarre in deze functie en bo vendien het woord brandplekke ge heel Intussen ontvingen we van een oud inwoner van Ouddorp op Goeree een uitvoerige beschrijving van de slacht, omdat die gebeurtenis op hem als kind 'n hêêlen diejpen indruk emaekt hèè. 'n Vèèreke voor de slacht is in het eigen dialect geschreven. De schrijver heeft de spelling zo veel mogelijk aangepast aan de uit spraak. Bovendien is zijn verhaal van een stuk leven op het platte- land door hem op een cassettebandje vastgelegd. Weer een mooi voorbeeld, dat hopelijk nog door veel van onze leden wordt gevolgd! STREEKGERECHTEN Dhr. G. Verberkmoes (Zsg) las, dat Stropievet gemaakt werd van reuzel met stroop. Volgens hem onjuist. Spekvet werd met stroop door elkaar geroerd. Men at het op de schof- bootram (ca 9 en 3 uur) als men op

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1989 | | pagina 22