ten of berechten. Tot slot nog 'n zegswijze van recen te datum, gehoord door dhr. W. Sacré (Hsd)'t Was beter gewéést vo' Absalon, as ie eerst was gegae nae de kapsalon. Wij zijn benieuwd, of we op deze lijst nog commentaar en eventueel aanvulling ontvangen! OUDE GEBRUIKEN Dhr. P.J. van Langeraad (Dsr) herin nert ons aan U zegswijzen over het in ondertrouw gaan:Die anetekend, die bin aoferope, die stae an't bord en die stae onder de gebojen. N.a.v. dit laatste vervolgt hij: 1ste gebod: op de eerste zondag na de ondertrouw gaat na kerktijd de bruidegom met zijn vader en verdere familie op de koffie bij de ouders van de bruid. 2e gebod: nu zijn de ouders van de bruidegom aan de beurt om de fami lie van de bruid te ontvangen. Op deze bijeenkomsten werd koffie met koek of taart gepresenteerd en daarna een glaasje. Die geboden- bezoeken konden soms erg lang uit lopen. Vaak was het melktijd voor er een eind aan kwam. Wij zouden graag willen weten of deze oude gewoonte ook elders be kend is. Of kunt u ons meedelen hoe het vroeger in uw regio toe ging, vóór het huwelijk? Alle beschrijvingen en oude gebrui ken, liefst in dialect, zijn zeer welkom. REGIONALE OPMERKINGEN Dhr. L.J. Knops (Dl) hoorde het woord jêêling voor: poeha, 'n haop kouwe drukte. Het kwam hem vaag bekend voor - het zou in zijn kin derjaren, rond 1930, op Flakkee ge bruikt zijn. Nu is hij toch gaan twijfelen en vraagt: is het wel dialect? Wij veronderstellen dat het een verbasterde uitspraak kan zijn van het Nederlandse woord jeile, dat immers dezelfde beteke nis heeft. Wie kent het ook? Mevr. M. Oele-Geelhoedt (Zsg) hoor de in Zeeuwsch- Vlaanderen iemand van 75 jaar de benaming èrme jut gebrui ken voor een accordeon en vraagt: is dit een gebruikelijke of misschien een persoonlijke benaming? Ook schrijft zij:"Vroeger heb ik een vrouw gekend in het Land van Hulst die geregeld het woord roetket jèr gebruikte. Wat werd daarmee bedoeld?" Op beide vragen moeten wij het ant woord schuldig blijven, en geven ze hierbij door aan onze leden. Wie weet het? Dhr. J.M. Serlè (Wtk-ZVW) herinnert aan de Zeeuws-Vlaamse uitdrukking: die ei te boat hezien (die is over de Schelde geweest, heeft meer ge zien en gehoord, dan wat thuis te beleven valt). Toen hij als jongen naar Flakkee verhuisd was, gebruik te hij dat gezegde eens tegen zijn medeleerlingen in de HBS-B klasse, die ik toen "trok", schrijft hij. Ze begrepen hem direct toen hij hun op zijn manier aanraadde, na het eindexamen niet op het eiland te blijven: je moeten de boat's zien (eens verder in de wereld rondkij ken, je verder ontwikkelen). Flakkee had ook een bootwaarmee men het eiland kon verlaten- van daar Voor toezending van gebruikte of veronderstelde streekgebonden woorden of uitdrukkingen en opmer kingen daarover, houden wij ons ook altijd aanbevolen, WIJ ONTVINGEN Wij ontvingen kort na het overlij den van de mede-auteur van het regio- boek voor het Land van Axel, de heer M. Dieleman, van zijn dochter mevr. M.S. Penning-Dieleman, een door haar in het Axels dialect geschreven ver haal met de titel: Een jong'n van d'n buut'n. Wij menen, dat zij met deze eenvoudige vertelling, geheel in de geest van haar vaderde juiste hommage aan zijn nagedach tenis heeft gebracht. Een verhaal, dat zeker in deze aflevering van Nehalennia thuishoort. Voor ons archief hebben we, met dank, van de Heemkundige Kring Walcheren een present exemplaar van 23

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1989 | | pagina 25