werd Crispijns dochter alleszins gewaar
deerd als een talentvolle en hoog begaaf
de graveur asm wier hoede Anna Maria
van Schurmans opleiding op dit gebied
werd toevertrouwd (38).
Als vijfde en buiten Zeeland minder be
kende kunstenaar wordt in het Sinne-mal
Pieter van Meldert genoemd. Als vriend
en kunstbroeder van Van de Venne had
deze 'gelaes-schrijuer van goet verstant'
(39) (waarschijnlijk op Adriaens verzoek)
een 'Ghedicht Ter eer gedaan vande
Zeeusche Nachtegael' en een 'Eer-liedt
Tot de Zeeusche Poëten' waarin hij als
outsider het Zeeuwse project de hemel in
prijst (dl.2, p.46-8). Vroeger reeds had hij
zich tot dergelijk gelegenheidswerk laten
verleiden. Als zoon van de calligraaf en
schoonschrijver Aert van Meldert had hij
in 1619 (evenals Van de Venne) een lof
dicht voor Samuel de Swaeffs 'Proef-stuck
van de schryfkonste' vervaardigd. Het
valt ons nu moeilijk om ons nog een dui
delijk beeld te vormen van Van Meiderts
oeuvre. We hebben slechts weet van
enkele ontwerpen voor glasramen en van
een opdracht voor een aantal beschilderde
glazen voor de kolveniersgilde uit Goes.
Uit deze summiere gegevens komt Van
Meldert evenwel te voorschijn als een in
Zeeland en Middelburg gewaardeerd glas
schilder en tekenaar die duidelijk met
gemak in het rijtje van begaafde kunste
naars uit het Sinne-mal kon worden opge
nomen (40).
Binnen dit bestek is het niet mogelijk
nader in te gaan op een aantal andere,
minstens even interessante aspecten van
het Sinne-mal. De in de bundel geëtaleer
de poëtische inventiviteit en bewuste taal-
creativiteit, de bijwijlen beslist ongewone
thematiek, de humor en geestigheid van
de satire, de wijze waarop Van de Venne
zijn moraliserende didaxis uitbouwt en de
manier waarop hij als begaafd emblemati-
cus zijn 'Sinne-cunst' in het Sinne-mal in
de praktijk bracht, het zijn topics die niet
werden belicht. Van de Venne werd in
het bovenstaande betoog vooral ten tonele
gevoerd als een bijzonder onderlegd, in
ventief, ambitieus en zelfbewust kunste
naar-literator. O.m. door zijn complimen
teus-galante eerbetuigingen aan bevriende
kunstenaars (zij bepalen de opbouw van
de bundel) en door zijn bewuste aemula-
tie van vooraanstaande en in zijn milieu
bijzonder geapprecieerde moderne dich
ters, heeft Van de Venne zich met zijn
literaire debuut nadrukkelijk gesitueerd
binnen een maatschappelijk zeer gewaar
deerde elite van toonaangevende kunste
naars. Op wijze droeg het Sinne-mal dan
ook bij tot de realisatie van de opzet van
de Zeeusche Nachtegael waarmee het (al
leen al om die reden) onlosmakelijk was
verbonden.
BIJLAGE 1: Overzicht inhoud van het Tafereel van
Sinne-mal (Middelburg 1623)
Jan Pietersz van de Venne 'Aen de soet ver-
maeck-soeckende Lesers'
'Adriaen van de Venne tot de Cunst-gunstighe
Leser, ende Sanger'
1) 'Middelburchse Lauwer-hoP (p.1-8)
2) 'Uyt-roep Ofte Boel-coop, Van Malle-pracht'
(P-9-10)
3) 'Minne-mail' Van Dicke-Leendert, en Lijsje Teu-
nis, met Joncker Maerten. Aen
JACOB DE GEYN, DE JONGE' (p.11-57)
4) 'Boertich-liedt van Hollandts-Trijntje, en Zeeuw
se Leunis' (p.58-60)
5) 'Clinck-dicht, van Minne-loon' (p.60)
6) 'Blauwe-scheens-krakeel, ofte Boeren-campjen
om' (p.61-64)
7) 'Kalle-mal, ofte Dubbel-praet, van Bouwen-stram,
en Soetje-iam' (p.65-6)
8) 'Minne-coppel. Aen alle jonghe luyden toe-gheey
ghent' (p.67-68)
9) 'Coppel-liedt' (p.69-70)
10)'Dool-wech, ofte Minne-spoock' (p.71-72)
11)Titelblad: 'Sinnighe Zeeusche slyper. Aen MAG-
DALENA VANDE PASSÉ' (p.73)
12)Lofdicht op Magdalena van de Passé (p.74)
13)'Sinnighe Slypers-liedt' (p.75-80)