NEDERLANDTSCHE
G E D E N C IC C L A N C IC.
baarheid is de theoloog Herman Witsius:
geboren in Enkhuizen, gevormd in Utrecht
onder de grote Voetius, predikant achter
eenvolgens in Westwoud (in zijn geboorte
streek), in Wormer, in Goes (accoord,
maar twee jaar), dan naar Leeuwarden,
tenslotte hoogleraar respectievelijk in
Franeker, Utrecht en Leiden. Wij bena
drukken in onze tijd nogal sterk de zelf
standigheid van de gewesten in de Repu
bliek. De levensgang van Witsius toont
een andere kant. Predikanten moeten een
bijdrage geleverd hebben in de totstandko
ming van een sociaal-culturele en geestelij
ke samenhang. Ook zo bezien was Zee
land geen eiland.
Kortelick openbarende de voornaemfte gefchiedenifTen van de feventhien Ncder-
Landfche Provintien, 'tfedert den acnvang der Inlandfche beroerten
ende troublcntot den Iarc 1625.
Verderf met nscrfcheydcnt aerdige fguerlickeplaten,
E ild E
Stichtelijckc Rimcn ende Liedekensmet aemijfingen foouyt deH.Schriftuere, als uyt de boeckennjan
geleente (Minnen tot verkUringt ier uytgevollen foecken dienenden»
De Liedekens (meed alle nieu zijnde) geftelt op Mufyck-notenende elck op een
vcrfciicyden Vois, beneffens deTablatucr vandc Luyt ende Cythcr.
Alles dienende totftichrclijck vcrmacckendclecringhe, van
allen Lief-hebbers des Vadcrlants.
Voor
ADRIANUM VALERIUM.
- Canon met 4,
Neemt my indcr lnnd,Hoort i'nc kort verklaren, Wat ons hier in'tLand Al is wedcr-varcn.
TOT H AER L EM,
Gedrudl voor d'Erfgenamen vanden Autheur, woonende ter Veer in Zeeland. 1616.
LMet previ/rgie^j voor fes Uren
Afb. 10. Titelpagina van de Nedcrlantsche Gedenck-clanck, van Adriaen Valerius, Haarlem 1626.
Slotaccoord: Valerius
Met de Neder-landtsche Gedenck-clanck
van Adriaen Valerius kunnen we eveneens
laten zien, dat het met dat isolement wel
losloopt. Zoals u weet is Valerius' ge
schiedenisboek doorspekt met liederen (ik
kom er nog over te spreken), maar ook
met citaten uit tal var auteurs. Welnu,
deze man in Veere kent de schrijvers van
zijn tijd. Ik spreek nu niet over de Neola
tijnse en Franse auteurs die hij te pas
brengt in zijn composietwerk, ik noem
alleen de contemporaine Nederlandse
schrijvers. Niet verwonderlijk is het dat hij
nu en dan uit de ZN citeert (Anna Roe
mers, Hoffer, Jacob Schotte). Maar hij
kent ook de Hollanders: Karei van Man
der (Hollander geworden), Abraham de
Coningh, Heinsius, Rodenburgh, Bredero,
34