Adriaens schilderkunstige activiteiten
sluiten hier nauw bij aan: in die jaren
heeft Van de Venne zich immers doen
kennen als een voortreffelijk en productief
landschap-, portret- en historieschilder die
op zijn veelkleurige doeken vooraanstaan
de burgers en verschillende figuren uit het
toenmalige hofleven vaak duidelijk herken
baar heeft afgebeeld (9).
2. Ontstaan van de 'Zeeusche Nachtegael'
Een blijvende faam hebben de broers
voornamelijk verworven met de publicatie
in 1623 van de succesvolle bundel, de
Zeeusche Nachtegael, waaraan ook Adri
aens literaire debuut, het Tafereel van
Sinne-mal, was gehecht. De Zeeusche
Nachtegael bracht een adequate repliek op
Cats' oproep in zijn Silenus Alcibiadis
van 1618. Daarin kloeg de raadpensionaris
het literaire absenteïsme van de Zeeuwse
poëten aan en stelde het tegenover de
letterkundige bedrijvigheid in Holland.
Zijn verwijt zette de Van de Vennes
ertoe aan om (met Cats als mentor) de
pennevruchten van meer en minder be
gaafde Zeeuwse literatoren te bundelen
tot een welluidend tegenbewijs: hun Zeeu
sche Nachtegael was niet langer nog een
kikker die slechts een 'hees ghewrock uyt
stinckende poelen' wist voort te brengen.
Met deze manifestatie van Zeeuws zelfbe
wustzijn was het de gebroeders Van de
Venne duidelijk ernst: het verschijnen in
de Middelburgse drukkerij van de bijzon
der verzorgde uitgave werd door Adriaen
op doek vastgelegd (10). Het is o.m. deze
ernst waarmee de Zeeuwse verzamelbun
del werd opgevat (en waaraan ook Huy-
gens in zijn briefwisseling refereert (11))
die een nadere analyse van het onmisken
baar bij de Nachtegael horende, maar
apart gepubliceerde Tafereel van Sinne-mal
bijzonder aantrekkelijk maakt: het is
immers het literaire debuut van een dich
ter-schilder die, naast Jan van de Venne
en Jacob Cats, een substantieel aandeel
heeft gehad bij de totstandkoming van de
Zeeusche Nachtegael (12).
3. Het Tafereel van Sinne-mal
Over het ontstaan van het Sinne-mal
worden we door de uitgever Jan Pietersz
in zijn voorwoord tot de lezer ingelicht:
Adriaen had tijdens de lange 'verdrietighe
Winter-avonden' 'eenighe soete, bevalli-
ghe Sinne-dichten, en gesangen' voor de
Zeeusche Nachtegael vervaardigd: de be
kende topos van het dichten als otium.
Toen bij de uiteindelijke bundeling bleek
dat er al 'te veel van eender hant' in
kwam te staan, besloot men tot een apar
te uitgave waarbij een flink aantal gedich
ten tot een 'Proef-stuck', het literaire
debuut van Van de Venne, werd geor
dend: het Tafereel van Sinne-mal. Het
hoeft dan ook niet te verwonderen dat
een aantal poëmen uit het Sinne-mal
duidelijk de intenties van de Zeeusche
Nachtegael weerspiegelen: een bewuste
demonstratie van Zeeuwse beschaving en
van Zeeuws literair kunnen. Wellicht om
die reden dringt de uitgever bij de lezers
van het Sinne-mal erop aan om 'dit Sin-
ne-werck te laten binden oft vereenigen,
met de Zeeusche Nachtegaelovermits het
als een werck is, ende van 't ander ont
leent' (13).
3.1. Opbouw van het Tafereel van Sinne-
mal
Ondanks de wat vreemde voorgeschiedenis
van het Sinne-mal, heeft Van de Venne
zeker geen disparate bundel samengesteld
waarbij sterk verscheiden gedichten en
liederen, al dan niet geïllustreerd, al dan
niet aan tijdgenoten opgedragen, kriskras
door elkaar en zonder veel orde zouden
6