zien hoezeer de Vereeniging, nu in de persoon van drGhijsen, meetel de in het wetenschappelijk bedrijf. Ze schrijft: "Overigens krijg ik ook eenige puzzels op te lossen in verband met de verslagen (van haar lezing over het werk van de Veree niging. J.B.) in de groote bladen. Dr. Honig uit Koog aan de Zaan (Kent U hem?) wil weten of er Zeeuwsche woorden van Keltische oorsprong zijn en een zekere heer Bosch zendt me een dik boek (getypt) met een woordenlijst met Geldersch dialect en dat verder zonder eenig commentaar." Dit is L.Bosch, Beschrijving van het Heerder dia lect (Heerde 1937). Typerend voor dr. Ghijsen is, dat ze voor haar "lezing" - ze zal haar houden voor de Vereeniging "Het schoolmuseum" en in Terneuzen voor de afdeling O.ZVI. van het Algemeen Nederlands Verbond- een bijdrage vraagt voor het fonds voor het woordenboek, "Vindt U dat geen prachtidee?" Sommige zaken uit het verleden klinken ons heel modern in de oren. In 1937 (21 februari) richt Juffrouw Ghijsen zich tot Meertens met het verzoek een sub sidie-aanvrage bij het Ministerie van Onderwijs te ondersteunen. Het gaat erom voor de verzending en beantwoording van de lijsten dienst- enveloppen te verkrijgen. Ze schrijft dan: "Dat het doel dat de Z .V.vDialectonderzoek zich in de eerste plaats stelt n.l. het vastleggen van de Zeeuwsche woordenschat in een algemeen Zeeuwsch woordenboek naast dat der dialectcentrale recht van bestaan heeft, daar het zich wel op hetzelf de gebied beweegt, doch niet iden tiek is aan dat der Centrale Commis sie" en even verder: mijn bedoe ling is, dat duidelijk blijkt 1. dat er goede samenwerking tusschen ons bestaat, 2. dat wij niet op ons eigen houtje hetzelfde proberen, wat U ook al doet, zoodat Z.Ex. met verwijzing naar U antwoordt dat wij z.i. overbodig zijn." Na de dood van juffrouw Ghijsen staat er binnen de korste keren weer een vrouw aan het hoofd van het Woordenboek, mevrouw E.J. van den Broecke-de Man. Op de achter grond zijn het mannen uit het Zeeuwse wetenschappelijke en cultu rele leven die de organisatie op zich nemen van het Vereenigingswerk, M.P. de Bruin en algauw irM.A. Geuze. Onder zijn leiding worden de dialectdagen ware familiefeesten, hij wist altijd de juiste toon te zetten, zonder het wetenschappelijk karakter uit het oog te verliezen. Als geen ander kon hij in zijn ope ningstoespraak het Zeeuwse onderzoek in een ruim Europees kader plaatsen en dat alles opgeluisterd met een versje uit eigen pen. Gezondheids redenen dwongen hem helaas af te treden. Voor het eerst in de zes tigjarige geschiedenis trad een vrouw aan als voorzitteriemand die de Vereeniging stormenderhand veroverde door haar enthousiasme, haar hartelijkheid en haar deskun digheid, mevrouw Van de Zande. Een aktief en inspirerend .bestuur een aktief secretariaat, met mevr. Van den Broecke nog altijd als mid delpunt, maar nu bijgestaan door de heer Francke en op de achtergrond geholpen door de voormalige red3k- teur van het Woordenboek der Nederlandsche Taal, dr. Nienke Bakker een woordenboekmaakster van be roep. Wat kan men zich meer wensen? En dat alles gratis en voor niets. Wetenschappelijk, volhardend, opti mistisch, gestaag doorwerkend en met een goed produkt komend, dat is de korte karakteristiek van uw zes tigjarige vereniging. Ondanks grotere en kleinere tegen slagen is uw toekomstzolang u met elkaar dit werk wil doen, verzekerd. Dat hebben de achterliggende jaren bewezen. Het woordenboek heeft een toekomst. Als iemand gelukgewenst moet worden, bent u dat, leden van de Zeeuwsche Vereeniging voor Dia lectonderzoek, hartelijk gefelici teerd 1 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1989 | | pagina 17