De Middelburgse schotel heeft een
doorsnede van 21 cm en staat op een
5 cm hoge voet. Deze heeft aan de
basis een doorsnede van 11 cm (afb.l).
De context van de vondst en twee in
de afvalput gevonden nauwkeurig te
dateren muntjes (Hendrikse 1988) lij
ken een datering in het laatste kwart
van de 15de eeuw te rechtvaardigen.
Het glazuur is uitzonderlijk goed
bewaard gebleven. Wat aan de scho
tel opvalt is dat het, in tegen
stelling tot vergelijkbare vondsten,
niet om een platte schotel maar veel
eer om een diep bord gaat (afb.2).
De versiering bestaat uit twee con
centrische cirkels in de ziel van
het bord. In de binnenste cirkel be
vinden zich drie licht S-vormige,
parallel lopende lijnen. In de bui
tenste cirkel zijn vijf keer drie
parallel lopende strepen aangebracht.
Op de rand van het bord bevinden zich
zeven keer drie parallel lopende
strepen en een kruis. Alle strepen
zijn naar het midden gericht.
Van het Verdronken Land van Zuid-
Beveland (verdronken in 1532) zijn
drie vergelijkbare schotels bekend.
De schotels hebben alle een reli
gieuze versiering met betrekking tot
de Mariaverering. Op twee van deze
schotels komen teksten in gotische
letters voor (G. Groeneweg in Schat
ten uit de Schelde, 1987).
De vorm van de drie licht S-vormige
lijnen in de binnenste cirkel van de
Middelburgse schotel kunnen op grond
hiervan naar mijn mening geïnterpre
teerd worden als een gotische letter
M. De steeds terugkerende drie paral
lel lopende strepen kunnen bedoeld
zijn als een gestileerde letter M.
Dit gegevensamen met het voorkomen
van een kruis op de rand van de scho
tel doet vermoeden dat we ook hier
met een zogenaamde Mariaschotel te
maken hebben
LITERATUUR
Gemeentemuseum Bergen op Zoom,
Schatten uit de Schelde,
Bergen op Zoom 1987, 28.
H. Hendrikse, "Hoorngeschal onder de
de Lange Jan", Nehalennia afl. 73,
1989, 31-33.
J.G. HurstD.S. Neal en H.J.E. van
BeuningenPottery produced and tra
ded in North-West Europe 1350-1650.
Stichting "Het Nederlandse Gebruiks
voorwerp", Rotterdam 1986 (Rotterdam
Papers VI).
J.G. Renaud, Middeleeuwse Ceramiek.
A.W.N. Monografie No.3, 1976.
24