Ik zou niet graag beweren dat die
in Zeeland ontbreken. Alleen al
niet omdat ik maar een beperkt
overzicht over het gewest heb.
Wel heb ik sterk de indruk, dat het
met de dialectbewustheid aanmerke
lijk beter zou kunnen zijn. Wijd
en zijd valt in mijn wijde omgeving
bij vele gelegenheden een soort
mengelmoes van dialect en lands
taal te beluisteren. Dat is dan voor
de landstaal niet erg: die staat
sterk genoeg en redt zich wel.
Maar voor het dialect is die hutspot
ronduit bedreigend. Vooral ook omdat
het zo besmettelijk is. Kinderen ne
men het over van de ouders en van
elkaar
Voor een deel wordt dat mengelmoes
dialect tevoorschijn geroepen door
de omstandigheden. Er komen nogal
eens situaties voor waarin onzeker
heid optreedt. Zodat je je als dia
lectspreker afvraagt: kan ik nou in
dit contact het pure dialect gebrui
ken, of moet ik (al is het maar voor
de zekerheid) maar liever wat tegen
het hollands aan gaan leunen? Moet
ik de meest markante dialectwoorden
toch maar liever vervangen? Dat kan
zich voordoen als een onbekende je
opbelt, of als je zelf gaat bellen
met iemand van wie je niet weet hoe
het zeeuws daar zal aankomen.
Die onzekerheid kan ook optreden
als je bij een loket komt, of in een
winkel. En wie zelf achter een loket
zit of in een winkel bedient, ervaart
dezelfde onzekerheden, want je kent
niet elke klant, zeker niet als de
toeristen Zeeland binnenstromen.
In zulke en nog andere omstandig
heden komt bij de zeeuwen al gauw
het mengelmoes-zeeuws voor de dag.
Gewoonlijk blijft dan nog wel wat
dialect over, want zeeuwse eigen
aardigheden kunnen er best mee
door als ze voor niet-zeeuwen wei
nig moeilijkheden opleveren. Dat te
gen niet-zeeuwen geen puur zeeuws
gebruikt wordt, is begrijpelijk.
Je wilt tenslotte door hen begrepen
worden en je wilt ook niet onbeleefd
zijn of schijnen. Naar mijn ervaring
komt het mengzeeuws op Schouwen-
Duiveland veel voor en ik denk dat
het in andere delen van Zeeland niet
veel anders is.
Het gemengde zeeuws lijkt me voor
het voortbestaan van het dialect fu
nest Het is vaak geen zeeuws meer
en landstaal is het ook ni'et. Juist
de karakteristieke, de wat meer af
wijkende klanken, vormen en woorden
leggen het loodje. Ik denk dat ook
vaak veel te gauw naar het gemengde
zeeuws gegrepen wordt en dat vormt
dan een dialectbedreiging van bin
nen uit. De vraag rijst hoe de
zeeuwen in het algemeen zelf tegen
over hun dialect staan. Zijn ze er
een beetje trots op, net als op de
natuur hier, het water, de duinen,
de wijde landschappen? Zijn ze er
ook een beetje zunig op, in die zin
dat ze hun dialect hooghouden en
niet bij elke geringe aanleiding
laten vallen? Ook het dialect is een
echt stukje Zeeland, dat er mag zijn.
Onder de niet-zeeuwen die hier ko
men, toeristen en anderen, zitten
genoeg geinteresseerde en taalgevoe
lige mensen. Mensen die best eens
willen horen hoe het echte zeeuws
klinkt. Maar krijgen ze nog de kans
onvervalst zeeuws te horen, wanneer
zeeuwen meteen gedwee gaan over
schakelen op een soort hollands met
een zeeuws randje? Waarom bij voor
baat zo bang dat een niet-zeeuw het
zeeuws dialect niet zal kunnen ver
staan? Trouwens, als een niet-zeeuw
de provincie bezoektmag hij ook
best wat moeite doen om een oortje
zeeuws aan te leren. Toeristen lo
pen heus niet meteen weg als ze
meer zeeuws horen. Zou er bij
voorbeeld in plaats van "Zimmer
frei" staan: "Kaemers vrie", dan
zou zo'n zeeuws visitekaartje al
heel gauw wennen..
Ernstiger nog is de bedreiging
van het zeeuws binnen uit, als
zeeuwen zich voor hun dialect een
beetje gaan generen, of zelfs
schamen
Of wanneer ze - want ook dat komt
voor - hun dialect maar liever
38