het levenskrachtig is, zal het wel blijven, ook zonder opzettelijke bemoeienis. En als het te gronde gaat door vervlakking en gelijkscha keling met het hollands, nou, dat moet dan maarGeen pogingen om iets in stand te houden dat niet meer voldoende functioneert. Is het niet net als bij de klederdrachten? Als de jongere generatie er zo niet meer bij wil lopen, nou, dan gaan de klederdrachten weg. Dan zijn ze rijp voor museum en oudheidkamer. Je kunt daar om treuren, maar je houdt veranderingen toch niet tegen; dat geldt ook voor de dialecten." Mij persoonlijk is die benadering al te nuchter en zakelijk, al te pas sief ook. De vergelijking met de klederdrachten gaat naar mijn smaak ook maar gedeeltelijk op. Taal en dialect staan de mens immers veel nader dan de kleding. Ze zijn deel van ons innerlijk, verbinden ons met gemeenschap en leefomgeving, met jeugd, ouderlijk huis en voor geslacht kortom met heel ons be staan als mens Het dialect is het dan ook waard om erop te letten, om er zuinig op te zijn, om het te bewaren en het als Op verzoek van de auteur is afgeweken van het gangbare hoofdlettergebruik en zijn woorden als: zeeuwen, hollandse zeeuws, e.d. zonder hoofdletter geschre ven omdat door het veelvuldig voor komen van deze woorden een te onrustig tekstbeeld zou ontstaan. het kan goed door te geven. Daar is zorg en aandacht voor nodig. Zoals er aandacht en zorg nodig is om landschaps- en stedeschoon in stand te houden. Dat gaat niet vanzelf; dat kan niet maar op z'n beloop ge laten worden, alsof zulke zaken zichzelf wel bevredigend zouden regelen. Voor de instandhouding van de zeeuwse dialecten is niet in de eerste plaats het geld belang rijk, al is ook dat nuttig en nodig voor allerhande activiteit. In de allereerste plaats lijkt me een juiste mentaliteit bij de dialect gebruikers onmisbaar. Een helder besef van de waarde van het moederdialect en van het belang van een zo zuiver mogelijk gebruik, in bewuste tweetaligheid. Ook een beetje eerbied en respect: het gaat tenslotte om een erfenis van het voorgeslacht Als ik hierboven iets heb kunnen bijdragen aan een beter begrip van de moeilijke positie waarin het dia lect op het ogenblik verkeert en van de waakzaamheid die nodig is om het zeeuws ook voor de toekomst te bewaren, dan acht ik mijn moeite ruimschoots beloond. Red 41

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1989 | | pagina 43