en brieven met waardevolle reacties
en dialectwoorden of uitdrukkingen,
die mogelijk voor volgende lijsten
kunnen dienen.
Naar aanleiding van Neh. 75A schreef
dhr. J.W. van 't Veer (Bzl) o.a.
"In vervolg op wat vermeld werd over
het woord meutelen kwam in mijn her
innering boven - destijds gehoord
van mijn grootvader, die timmerman
was - :hout, dat half vergaan was,
of vermolmd, of zienderogen door
houtworm aangetast, begon te vermeu-
telenof was 'alf vermeuteld.
Een vermolmde stam of tak lag ook
te vermeutelen of was ghoed an't
vermeutelen"
Wij zullen graag horen, of dit ook
elders gezegd wordt of werd.
N.a.v.de opmerking van ir.Geuze
(ook blz.2), schrijft dhr.
P. Labruyère (Kod): "Bij het leiden
van de paarden gebruikten wij ook
het woord Duis-op, in de betekenis
van "kom achteruit", wat vaak nodig
was om de strengen te bevestigen
voor het werk met de voertuigen.
Een zichzelf respecterende paarde-
knecht dacht er niet aande wagen
of ploeg achter de paarden te span
nen, maar wel de paarden ervoor.
Daarbij was het dikwijls nodig, dat
de dieren enige stappen achterwaarts
deden. Dan was de roep Duis-op dier
vriendelijker dan het achteruit
trekken van de paarden door het aan
halen van de leidsels. Ze leerden
de betekenis moeiteloos aan. Bij de
eerste werkdag in hun jeugd ontdek
ten ze reeds, dat één stap achter
waarts hen bevrijdde van de gareel-
druk.
Dhr. M.J. Geuze (Ha) kwam nog eens
terug op het woord nestelienge of
nesseliengeDat was volgens hem
(en later ook anderen van Zuid-
Beveland): het vetertje aan de
tieke van 'n pluumbèdde of kepok-
bèdde. Het werd door de nestelhaet-
jes van't bèddeklêêd gestoken
De schoenen hadden feetersde
werkschoenen van landarbeiders en
ook de z.g. soldatenkistjes hadden
strekkenDat waren leren veters,
ook gebruikt in 't'arnas van 't
pèretuug
Alle reacties, alle opmerkingen van
onze leden worden door ons. dankbaar
aanvaard en opgetekendWe hopen dat
niemand ooit, zoals dhr. Van 't Veer
het uitdruktbang is met de zeekei
nae d'n oest an te kommen. Voor ons
onderzoek is geen opmerking te onbe
langrijk gebleken, zelfs na jaren
niet. Deze trouwe lijstinvuller ging
ook nog in op artikelen in Nehalennia,
die hij met interesse had gelezen,
en schreef verder: "Genoegen beleef
ik ook iedere keer weer aan de nauw
gezette lezing van de beantwoording
der vragenlijsten. Waarschijnlijk
ervaren velen met mij, dat verzon
ken woorden en uitdrukkingen, door
anderen genoemd, daardoor weer bo
ven komen. Voorbeeld: bij 8 (in
Neh. 74 blz. 32/33) het uit mijn
kinderjaren bekende typische
woord warrewieken, dat rechtstreeks
het beeld van twee vechtende vogels
oproept. Ook het bij 15b genoemde
dwassak is illustratief. Bij 20
zeiden wij: Praat j'over de vent,
dan is'n d'r bie, of omtrent.
Opmerkingen als deze hebben we nog
altijd nodig, uit alle delen van
ons dialectgebied. We proberen ze
zoveel mogelijk uit te lokken bij
onze ledendialectsprekers. Dat is
ook de reden waarom mevrouw dr.N.
Bakker niet alleen de beantwoording
van de vragenlijsten voor ons kaart
systeem verzorgt, maar ook nog eens
het tijdrovende werk van een nauw
keurige verantwoording in Nehalennia
op zich heeft genomen. Alle hulde!
Aan onze leden om er nog zoveel mo
gelijk op te reageren, opdat binnen
kort met vereende krachten het voor
naamste doel van onze Vereeniging
voor Dialectonderzoek kan worden
bereikt: een zo volledig mogelijke
aanvulling van het Woordenboek der
Zeeuwse Dialecten!
REGI0B0EKEN
DrDe Vin denkt volgende zomer
44