Dhr. J. Risseeuw (Cz) schrijft:
In de tekening van de boerenkelder
in aflevering 73 mis ik nog enke
le dingen en wel de têêlen melk
en het koelvat met de te kneden
boterDe houten beutervurmpes la
gen meestal in een Keulse pot met
pekel. Rondom waren vaak gemetselde
toogjesongeveer m hoog. Voor
het kelderraampje hing aan een oog
in de zoldering of het gewelf de
weegschaal, voor het afwegen van
boter in kilo's of ponden.
De witte stroboter 's winters
werd in langwerpige 6 kantige stuk
ken geslagen en bovenop met een
houten spaantje van steekjes voor
zien.
's Zomers ging de gele grasboter in
houten vormpjes, voorzien van leuk
snijwerk. Met de bonzen werd tegen
het houten vormpje getikt, zodat de
boter eruit viel. In het najaar werd
boter ingelegd in Keulse potten,
meestal voor burgers, die daarom
vroegen in potten met 6, 8, 12 kg.
Als sluitstuk zou de grote houten
spekstander nog genoemd kunnen wor
den
ZO MAAR EEN WOORD
In "De Wete"het kwartaalblad van
de Heemkundige Kring Walcheren,
oktober 1989, vroeg het buitenheems
lid en oud Vlissinger dhr. K. Witte
in de rubriek "Laat het de Wete we
ten" naar de betekenis en/of oor
sprong van het woord "kestekkels"
(of "kerstekkels)
Dhr. Witte was in zijn jeugd, om
streeks 1918, gewoon te zwemmen bij
het strandje bij de Oranjemolen te
Vlissingen. Dat had hij gemeen met
de andere bewoners van de toenmali
ge wijk en stadscentrum "Het Eiland"
nu behorend tot het terrein van de
scheepswerf "De Schelde". Deze bad
gasten noemden hun strandje de kes
tekkels of kerstekkers.
Het woord kestekkels of kerstekkers
is de meervoudsvorm van het woord
kestekkel of kerstekker (palen),
verbonden door kespen en gordingen;
(staketsel
We zien hier een taalverschijnsel,
dat we in eenvoudiger vorm waarne
men bij het woord perkoenpaeltje
dit woord wordt vervormd tot ker-
poenpaeltje. Ook zien we, dat naast
het woord kestêêl, kerstêêl bestaat;
naast kestanje ook het woord kerstan-
je; naast kenien ook kernien, zo
naast het woord kestekkel ook kerstek
kel De r en de 1 op het eind van een
lettergreep kunnen ook wisselen.
Het woord sleuter wordt naast het
woord sleutel gebruiktnaast keu
terboer ook keutelboer
Werd het strandje misschien zo
genoemd, omdat het ingesloten werd
door rijen palen, die verbonden wa
ren door kespen en gordingen?
(kestekkels
LIED EN WERK
Tegenwoordig wordt in fabriek en
werkplaats muziek gedraaid om het
werk te veraangenamen en om de gang
erin te houden. Ook vroeger werden
stamphout en karnstok gehanteerd,
begeleid door het ritme van een lied.
Bij het heien aan de Westkapelse
zeedijk zong de "kaptein 'n ouwer-
wessen"om het ritme aan te geven
voor het gelijkmatig optrekken en
neerlaten van het heiblok.
Mevr. L. Rijstenbil bezocht in
Ramsau (Oostenrijk) een streekmuseum,
waar zij dorsversjes optekende die
men zong, wanneer men in groepsver
band met de dorsvlegel werkte met
respektievelijk 2, 4, 6 en 8 perso
nen. Werkte men met 2 personen, dan
herhaalde men steeds: stumpf-schwach.
Met 4 personen:
koa brot auf'n tisch
koa stawei mehl
Met 6 personen:
die zipferten kropfn-
die wern ma bald schnoppen
Met 8 personen;
die titl die totl
die howa die totl
52