se en Ovezande is dit folkloristisch
evenement vermoedelijk eind vorige
eeuw verloren gegaan Dit geldt waar
schijnlijk ook voor Baarland en Hoe-
dekenskerke
Op Kapelle beoefent men tegenwoor
dig op de laatste zaterdag van augus
tus (Kapelsedag) deze sport.
Schouwen-Duiveland kent het ringrij-
den ook. In Burgh-Haamstede werd
de ring gestoken na afloop van het
'strareeën', maar het kent geen lange
traditie
Noord-Beveland kende het ringsteken
niet, maar op Tholen werd tot om
streeks 1920/25 te Sint-Maartensdijk
op de dag van de 'Smèrdiekse paere-
mart' (op de eerste donderdag in juni)
het ringrijden beoefend.
rien(g)krieë(n)
knelt. Deze koker heeft twee vaste ha
ken of ringen, waarmee hij aan het
touw wordt geschoven, de rieng(k) kan
verschillend van wijdte zijn. Thans is
een doorsnee van 38 mm gebruikelijk.
Te Domburg wordt 42 mm gebruikt.
West Zeeuws-Vlaanderen
Het ringrijden te paard wordt door
het WZD alleen in Nieuwvliet ver
meld. Het was vroeger gebruikelijk
op tweede Pinksterdag, voor gehuw
den. 'Vermoedelijk is het ringrijden
juist in deze Zeeuws-Vlaamse gemeen
te van veel ouder herkomst.'1
In Biervliet was het ringrijden in
vroeger tijden niet onbekend. In de
verslagen van Burgemeester en Sche
penen lezen we dat enige jongelui
vroegen om met Pinksteren 'te mogen
rijden den ring
Ruim een halve eeuw later vraagt de
plaatselijke herbergier Abraham
Matthijsen ook toestemming 'om de
ring te rijden'.^ Kijken we naar de
datum, dan zal deze wedstrijd met
Pinksteren in 1791 zijn gereden, want
de Biervlietse kermis viel altijd op
het laatste weekend in juli.
Oost Zeeuws-Vlaanderen
Over de verspreiding van dit traditi
oneel volksspel in Oost Zeeuws-Vlaan
deren vermeldt het WZD dat er uit
die streek n.a.v. de navraag geen
berichten zijn ontvangen.
Uit het Land van Axel kunnen we
echter wel gegevens doorgeven uit
een oudere periode. In 1784 vroeg
Frans Wolfert op Triniteit, een ge
hucht drie km ten zuiden van Ter-
De pacr(d)en. Er wordt gereden op
ongezadelde boerenpaarden, waarvan
manen en staart versierd zijn en ge
vlochten (zie brcistacrtcf n), slinte-
rcfn)). Er wordt in galop gestoken.
De lans(c). Deze is van hout. met me
talen punt, meest groen geschilderd,
soms ook driekleurig (vermeld voor
Srk.). Op omstr. twee derden van de
punt is e. houten handbescherming aan
gebracht.
Kostuum der deelnemers. Oudtijds (nog
tot omstr. 191-4) werd in boerenpak
(zondags pak) gereden; thans rijdt men
in witte broek en sporthemd, s och
tends ook wel in daagse kleding. Zowel
bij het boerenpak als bij witte kleding
behoort oranje sjerp. Bij folkloristische
demonstraties en/of koninklijk bezoek is
rijden in boerekostuum weer voorschrift
geworden. Het gevaar is thans niet
denkbeeldig dat ,,het verkleed zijn" er
dik op ligt.
De gewoonte, dat de rijders zich tooi-