Nieuwpoort) is de verovering van Den Briel één van de meest bekende feiten uit de vaderlandse geschiede nis. Dat vijf dagen later Vlissingen van het Spaanse juk werd ontdaan is een veel minder bekend gegeven. En daarbij komt, aldus de auteur, dat de verovering van Vlissingen minstens zo belangrijk, zo niet be langrijker, was het voor het verdere verloop van de opstand in de Noor delijke Nederlanden. De oud-loods (hij spreekt ook van 'het Engels Kanaal', p. 39) en ama teur-historicus Roos heeft er een neus voor onbekende en vooral onder schatte gebeurtenissen uit het Zeeuw se verleden boven water te halen. Na Zeeuwen en de VOC (1987) en het verhaal over de vriendschap tus sen koning-stadhouder Willem III en de Vlissingse admiraal Cornelis Evert- sen in 1688 (1988) heeft hij opnieuw een vergeten episode onder de aan dacht van een breder publiek ge bracht. Deze werken (en ook zijn verhaal in Walacria over beloodsing van de Westerschelde1989) hebben ook gemeen dat vooral Holland en in het bijzonder de Amsterdammers de tegenspelers van de Zeeuwen zijn. Op pagina 18 verwoordt hij dit nog eens: 'Ook later in de geschiedenis van Zeeland zullen we de Amsterdam mers tegenkomen die vaak een arro gante en dominerende rol speelden waar het andere provincies maar vooral Zeeland betrof.' Het is een vlot leesbaar en beeldend geschreven verhaal geworden in een Roos eigen stijl. Inleidende dichtregels sieren elk hoofdstuk. De in het gemeentearchief van Vlissingen aanwezige correspon dentie tussen de heer van Wacken en Alva had meer aandacht verdiend. Dit vormt toch het primaire bronnen materiaal van een onderzoek. Verwijzende noten ontbreken helaas. Hij geeft wel een overzicht van ge raadpleegde archivalia en literatuur. Het gedeelte over de geografische herkomst, sociale afkomst en motieven van de watergeuzen, beslist geen lie verdjes, komt er niet helemaal uit. Overigens was het aantal Zeeuwen (geen 'Zeelanders') onder hen niet groot. Achterin is een lijst van ge bruikte begrippen en personen opge nomen. Het is de vraag of dit niet in de tekst zelf had gekund. De uit leg van bijvoorbeeld 'magistraat' als 'burgemeesters en wethouders' is wat simpel en onvolledig. En de Raad van Beroerten is hetzelfde als wat in de volksmond de 'bloedraad' werd ge noemd. Roos zou Roos niet zijn als hij niet probeerde twee vliegen in één klap te slaan. Hij maakt van de gelegenheid gebruik een oproep te doen voortaan van de 6de april een jaarlijks terugkerende gebeurtenis in Vlissingen te maken. Hij denkt aan een volkstoneel, dat uit kan groeien tot een groots cultureel eve nement. Zeeland kent zoiets (nog) niet Het boekje is op bijzondere wijze ge- illustreer d. Niet zoals gebruikelijk met eigentijdse prenten, maar met nieuwe tekeningen door Cees van der Burght, voorstellingen die zoals de oude Jetses- en Isings-platen zich goed lenen om op scholen verhalen bij te vertellen. De achtergronden zijn nogal vaag gehouden. De op de omslag afgebeelde tekening is in kleur. De andere zijn helaas in zwart /wit. Een nieuwe versie van de terechtstelling van Don Pedro Pacheco had ook best opgenomen kunnen wor den. In het verhaal komt opperkrijgs- bouwmeester Pacheco er ook wat karig af. Over de datum van ophanging valt te twisten. De verbranding van drie stropoppen voorstellende Philips II (de slavernij symboliserend), Alva (de bloeddorst) en de paus (de In quisitie) komt in het geheel niet voor. Het is jammer dat het boekje geen 'rug' heeft, eenmaal in de boekenkast is het gelijk onvindbaar geworden. Al met al is het een heel aardig en fraai uitgevoerd boekje geworden dat menigeen met plezier zal lezen en be kijken. Voor de prijs hoeft u het ze ker niet te laten. F. van der Doe 26

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1990 | | pagina 28