digen, met de uitgang sje verklei
nen.' Van de woorden, eindigend op
st verdwijnt bij verkleining de t.; die
eindigen dan ook op sje: kasje, res-
je, kisjeposjeroesje (vogelrust
plaats) Overigens noemt hij nog drie
hem bekende woorden met de verklei
ningsuitgang sje: klompsjetongsje
en jongsje.
Wij zijn benieuwd naar de reactie van
onze lezers!
N.a.v. de opmerking van dhr. G.
Tanis (Odp) (blz. 31) tenslotte een
schrijven van mw. L.J. Knöps (Dl):
'Ik vind nietdat het Ouddorps en
Goerees meer overeenstemt met het
ABN dan met het Zeeuws. Goeree-
ers zeggen wel: broodhood, poten.
In Ouddorp en op Flakkee (behalve
Oude Tonge?) is dat: brood, hoöd,
póóten. Misschien kent dhr. Tanis
meer Goereese uitdrukkingen die
Hollandser klinken?'
Op het secretariaat wordt niet alleen
met belangstelling uitgezien naar het
antwoord van dhr. Tanis, maar ook
naar de eerste zending kopieën van
de resultaten van de werkzaamheden
van de Werkgroep 'Uus Oudurps',
die opgericht werd n.a.v. de ver
schijning van ons regioboek Dialect
op Goeree-Overflakkee (zie Neh. 81
blz. 45).
Oude gebruiken
Soms kan zelfs een oud kinderraad
seltje de herinnering oproepen, bij
de oudsten onder ons, aan een oude
gewoonte
Zo hoorden we één van de uitzendin
gen van Goed Zeeuws beginnen met
dit raadsel: Gooi 't in 't riet - 't
ei duuzend oagen, en 't zie niet.
En nadat door opbellende luisteraars
hevig gepuzzeld was, wat in 't riet
gegooid zou kunnen worden, kwam
er een vrouwenstem met de oplossing:
'n vinger'oed. Voor haar was 't riet:
't naoimandje (van riet gevlochten)
dat vroeger tot de attributen van
de huisvrouw behoorde, en in vrijwel
elk gezin te vinden was.
Dhr. J. Walrave (Gpol) zond ons be
naming en beschrijving van een ge
bruik in de periode 1914-1920, toen
waspoeder schaars was: op lóohe zette
of ldóhe (niet in WZD). Van de fam
De Jonge uit 's-Gravenpolder vernam
hij: Voor de was werd as uit de bak
oven (gestookt met wilgenhout) ge
haald, en met water vermengd (lööhe)
De daarop drijvende vetlaag werd
afgeschept of afgegoten en met wat
waspoeder vermengd. Daarmee werd
de was gedaan.
Wij vragen, met de inzender: is deze
methode ook elders bekend?
Dhr. W. Janse (Dob) dacht terug
aan vroeger, toen het gewoonte was
een kind dat iets kwam brengen te
belonen met iets lekkers. Dan hoorde
je: 'Geef 's 'n stikje segoed an die
joen.' Hij vindt dat woord nu niet
in het WZD. Maar op blz. 1192 vin
den we wel zoe(t) goed als verzamel
naam voor lekkernijen, maar vooral
voor koekjes. In de meeste gezinnen
was het gewoonte, bij bezoek 'n pond
zoe(t)ehoed vó de veziete te halen,
uitgezonderd in ZVO. Ons is niet be
kend, hoe men dat daar noemde.
Streekgerechten enz.
We ontvingen geen nieuwe recepten
meer, wel nog een benaming voor wa
terige jus. Uit Heinkenszand zond
één van onze leden, J. Minnaard
(m/v?) het daar gebruikte: 't Is 'n
slienger uut Zuudwesten, waarbij we
niet alleen denken aan de zuidwesten
wind, die vaak regen brengt, maar
ook aan het woord sliengersause, dat
men volgens WZD in 'n groot deel
van Zeeland kent voor dunne jus.
Dhr. J. Schippers (Gde) dacht bij
het woord langsop aan de overdrach
telijke betekenis van de zegswijze:
't is nog a lank van zop ('t duurt
nogal lang) en: ie/zie is lank van
zop (heeft een langdradige manier
van vertellen, vertelt iets met veel
omhaal van woorden)
Dhr. O. de Wilde (Cg) noemt zo-
iemand 'n lankblad (niet in WZD).
Wie kent dit ook?
Woordenschat
Onze voorraad woorden en uitdruk-