moeten net als iedereen de Monumen tenwet respecteren en nu kom ik weer even terug bij de regels uit de sta tuten. We hebben allemaal wel eens een trots tussen zijn schatten poserende 'amateur-archeoloog' in onze lokale dagbladen of zelfs op de televisie gezien, om maar niet te spreken van de vaak lucratieve handel in 'potjes' die een bloeiend bestaan leidt. Deze voorwerpen worden verkregen op een manier die indruist tegen de letter van de wet en ook niet strookt met de door onze vereniging onder schreven doelstellingen. Het verschil moge evident zijn, al wil ik niet beweren dat in onze ge lederen zulks niet voorkomt en hier bij wijs ik even op de laatste kran- tekop verder in dit artikel. Opgraven heeft niets te maken met schatgraven; het is een door weten schappelijke normen bepaalde activi teit waarin technieken en methoden worden toegepast die aan andere we tenschapsgebieden zijn ontleend. Educatie In de vereniging speelt naast het recreatieve het educatieve element een belangrijke rol. Vooral voor leden die willen graven is enige scholing van groot belang. Archeologisch onderzoek is per defi nitie vernietigend en men kan iets maar één keer opgraven. Het zou dus een onverantwoorde aantasting zijn van het bodemarchief als niet alle gegevens zo nauwkeurig mogelijk ver zameld en geregistreerd zouden wor den. Omdat de vakman vaak te weinig tijd en mankracht ter beschikking heeft is het fijn dat hij een beroep kan doen op geschoolde amateurs, die bovendien vaak zeer goed op de hoogte zijn van de geschiedenis van de streek waar zij wonen. Dat beroep houdt in dat de amateur niet alleen technische vaardigheid moet bezitten, maar ook enig theoretisch inzicht moet hebben in de achtergronden van het onderzoek om zelfstandig beslis singen te kunnen nemen. Op eigen houtje mogen wij niet gra ven. Wel wordt de AWN vaak ingescha keld bij noodopgravingen als er veel menskracht nodig is en de ROB maakt graag gebruik van geschoolde ama teurs, die in vele gevallen zelfstan dig onderzoek mogen doen na overleg met de beroepsarcheologen. Betekent dit nu dat de amateurs slechts dienstbaar zijn aan de beroepsarcheologen? Nee, wij spreken liever van een vruchtbare samenwerking tussen beide categorieën. Prof. dr. L.P. Louwe Kooijmans noemde de amateur-archeo loog eens de 'ogen, oren en handen' van de beroepsarcheoloogDie ogen en handen trainen wij door middel van jaarlijkse veldwerkcursussen en werkkampen, die plaatsvinden in sa menwerking met de beroepswereld en de universiteiten. Zo heeft ieder lid de kans daadwerkelijk te graven en daarbij doet hij een schat aan kennis van technieken en methoden op, die hij 'thuis' in zijn eigen af deling in praktijk kan brengen. Verder organiseert de AWN binnen- en buitenlandse excursies, kadercur sussen voor veldwerkcoördinatoren, themadagen enz. Westerheem De AWN geeft een eigen geïllustreerd tijdschrift uit: WesterheemHet ver schijnt zes maal per jaar en de redak- tie bestaat uit amateurs en uit be roepsarcheologen. Vele beroepsarche ologen zijn lid van de AWN. De artikelen omvatten vondstbeschrij vingen, literatuurbespreking, ten toonstellingen, afdelingsnieuwsle zingen, excursies, veldwerkcursussen en werkkampen: kortom, een op veel zijdigheid afgestemde inhoud die de lezers op de hoogte houdt van aller lei aspecten van de archeologie. Ook geeft de AWN monografieën uit; tot nu toe zijn er 5 verschenen. De afdeling Zeeland Opgravingen nabij Poortvliet leveren een unieke vondst op' Amateurs redden Zeeuwse erfenis 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1990 | | pagina 7