STEEN TIJD VOND STEN UIT ZEEUWS-VLAANDEREN door Hans Jongepier Inleiding Vorig jaar werden in Nieuw-Namen tijdens opgravingen vuurstenen en aardewerkscherven gevonden die da teren uit de Steentijd.-^ De Steentijd wordt onderverdeeld in Oude Steentijd of Paleolithicum, Mid den-Steentijd of Mesolithicum en de Nieuwe Steentijd of Neolithicum. Voor een belangrijk gedeelte valt het Paleolithicum samen met het ijstijd vak (het Pleistoceen), dat overigens ook enkele warmere perioden heeft gekend (interglacialen)Tegenwoordig leven we ook in zo'n inter glaciaal, dat het Holoceen wordt genoemd. Dit tijdvak begon ruwweg 10.000 jaar ge leden, toen in een snel tempo de ijs massa's van het laatste glaciaal be gonnen af te smelten. Met het begin van het Holoceen laat men ook het Mesolithicum aanvangen. De mens was, net als in het Paleoli thicum, nog steeds jager en verzame laar, maar naarmate de tijd verstreek werden de gemeenschappen onder gun stige omstandigheden wel steeds meer sedentair. Het Neolithicum wordt gekenschetst door permanente nederzettingen, een autarkische voedselvoorziening in de vorm van akkerbouw en veeteelt, en in de materiële cultuur door het ge bruik van aardewerk en geslepen ste nen bijlen. De overgang van Meso naar Neolithicum verloopt in Neder land niet overal gelijktijdig. Zeker is wel, dat in Zuid-Limburg de eerste boeren 'verschijnen' Dat gebeurde ruim 7000 jaar geleden. Archeologische vondsten Het vuursteenmateriaal dat te Nieuw- Namen werd aangetroffen, bleek te dateren uit zowel het Paleo-, het Meso- als het Neolithicum, maar in hoofdzaak kon het toegeschreven wor den aan het Mesolithicum. Deze rela tieve datering kon worden vastgesteld door middel van vergelijking met be paalde typen en vormen van vuurste nen voorwerpen, waarvan bekend is in welke periode ze thuishoren. Het aardewerk bleek na onderzoek te behoren tot een late fase van de zogenaamde Vlaardingencultuurdate rend uit het Midden-Neolithicum en was in Zeeuws-Vlaanderen nog niet eerder aangetoffen. Aardenburg en St.-Kruis Naast de Steentijd-artefacten uit Nieuw-Namen zijn er vanaf 1957 tij dens 'Romeinse' opgravingen te Aar denburg ook al vele vuursteenvond sten gedaan door de voormalige pro vinciale archeoloog van Zeeland, ir. J.A. Trimpe Burger. Ook zijn er te St.-Kruis op enkele akkers, gelegen op een pleistocene zandrug, door M. Kegel uit Aardenburg vele stukken vuursteen verzameld (oppervlakte vondsten) Deze vondsten zijn echter nooit gepubliceerd. Ze bevinden zich grotendeels in het Provinciaal Depot voor Bodemvondsten te Middelburg. Een zeer klein gedeelte, maar dat zijn wel de fraaiste en meest kenmer kende stukken, bevindt zich in het gemeentelijk museum in Aardenburg. Voorts is in het Zeeuws Museum een kleine collectie aanwezig. Ook de vondsten uit Aardenburg en St.- Kruis behoren voor het grootste deel tot het Mesolithicum. Een be langrijk kenmerk van het vuursteen uit het Mesolithicum is dat de werk- uigen vaak zeer klein zijn (zogenaam de microlieten; (afb.l), soms nauwe lijks groter dan één centimeter; dit in tegenstelling tot de meestal een stuk grotere werktuigen uit het Pa leo- en Neolithicum. Wat de vorm van de eerste Mesoli- thische artefacten betreft, zijn er echter nog steeds grote overeenkom- 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1990 | | pagina 12