Beveland, Goes 1991). 45 biz., ills. ISBN 9073968-01-1Prijs 17,50. Peter Fraanje, aan het Bevelands museum verbonden als vrijwilliger voor de klederdrachten, is al langer dan een halve eeuw bezig met kijken en vragen en lezen over de (Zeeuwse) klederdrachten. In zijn boekje De klederdrachten in het Museum voor Zuid- en Noord-Beveland wil Fraanje echter niet ingaan op details voor gevorderden als 'de wijze van omzo men van opoe's onderrok'; hij wil le zer en museumbezoeker slechts wijzen op een aantal bijzonderheden aan het Zeeuwse en vooral Bevelandse kostuum, waarbij verduidelijkende anekdoten niet worden geschuwd. Fraanje geeft aan de hand van de in het museum te bezichtigen kostuumpoppen een overzicht van alle Zeeuwse drachten, en beschrijft vervolgens de drie kle derdrachtscènes van het museum: de doopscène, de huiskamer en het winkeltje. De teksten zijn verlucht met kieurenloto's van de kostuumpop pen en de met behulp van etalagepop pen gecomponeerde scènes. Bij het mannenkostuum in de doopscène uit 1853 hoort een damasten vest met zil veren knopen dat in de psychedelische mode van de late jaren zestig geen gek figuur zou hebben geslagen. Fraanje zwijgt daarvan, maar meldt wel dat de Zuidbevelandse boeren allemaal hetzelfde gekleed gingen. Ook een aantal anderssoortige illus traties is opgenomen in het boekje, dat besluit met een uiteenzetting over het 'levensverhaal' van de kos tuumpoppen en een korte verantwoor ding door de auteur Fraanjes werkstuk is zeer mooi uitge voerd: stevig papier, illustraties van hoge kwaliteit. Het is daarom wat jammer dat niet gekozen is voor een stevig gelijmde rug i.p.v. de nietjes die het boekje nu op al te sobere wijze bijeenhouden. J.J.B.K. Opoe en zus Wantje 20

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1990 | | pagina 22