aal. Zijn overlijden betekent, naast het wegvallen van zeer noodzakelijke ondersteuning bij de uitwerking van opgravingen, ook een gevoelig per soonlijk verlies voor de kleine werk gemeenschap op het depot. Naast de noodzakelijke verkenningen en klein noodonderzoek i.v.m. vondst meldingen her en der in de provincie, het uitwerken daarvan, tentoonstel- lingsvoorbereiding en alle overige hier niet met name te noemen depot werkzaamheden, heeft B. Oele de laat ste hand gelegd aan de nieuwe over zichtsplattegrond van Oost-Souburg. Ook het foto- en dia-bestand van deze opgraving is nu geheel geordend en beschreven. Door H. Hendrikse werd in zijn beschikbare stagetijd de or dening van de collectie van het Uoese Gemeentearchief afgerond. De verwer king van nieuwe vondstgegevens werd door J.J.B. Kuipers voortgezet. Het ontbreken van een computer maakt deze werkzaamheden nog tijdrovender dan ze al zijn. Aan de verdere ont sluiting van het vondstendepot kon door gebrek aan mankracht niet wor den gewerkt. Vrijwillig medewerkster Y. de Bree heeft ons - helaas - moe ten verlaten. L.C.J. Goldschmitz- Wielinga (AWN) was wederom op zeer gewaardeerde wijze behulpzaam. Musea en publiciteit Met het schrijven van een eerste glo baal inrichtingsplan werd voor het Zeeuws Museum de eerste stap gezet om te komen tot een nieuwe vaste expositie in de kelderruimten. Het actieve beleid van het Zeeuws Museum leidde tot de verwerving van een re presentatieve collectie pelgrimsin signes. Hierdoor is het mogelijk ge worden in de nieuwe vaste expositie dit bijzondere aspect van het Zeeuw se bodemarchief verantwoord te pre senteren. Door het Provinciaal Depot voor Bodemvondsten werd een bijdra ge geleverd aan de expositie in de kapel van St.- Maarten te Hoogelande i.v.m. de viering van het 800-jarig bestaan van de kapel. Aan een boekje dat ter gelegenheid hiervan verscheen werd een bijdrage geleverd (zie onder publicaties)Ook leverde het depot een bescheiden bijdrage aan de expo sitie in het Zeeuws Museum getiteld 'Van zieken en van wezen, zeven eeu wen Godshuizen in Middelburg'Ter gelegenheid van de presentatie van het boek Verborgen Steden werd in het Stadhuismuseum in Zierikzee een bescheiden expositie ingericht van vondsten van de opgraving aan de Pieterseliestraat te Zierikzee in 1988. Hiervoor werden vitrines beschikbaar gesteld door de museumconsulent W.H.P. Scholten. Het tentoonstel lingsmateriaal werd na afloop in bruikleen gegeven ten behoeve van de vaste expositie aldaar. Met de Pro vinciale Zeeuwse Courant (PZC) wer den goede contacten onderhouden, hetgeen resulteerde in een ruime aan dacht voor de archeologie in de pro vincie. Ook het medium televisie werd zo creatief mogelijk benut (zie onder lezingen). Met het verschijnen in 1991 van de archeologische kroniek over 1988, 1989 en zeer waarschijnlijk 1990 zal de aanzienlijke achterstand in de publicatie van de jaarlijkse kroniek in het Archief. Mededelingen van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen zijn ingelopen. Dit dankzij de inspanningen van J.H. Kluiver en P.A. Henderikx, die in archeologische kring geen onbekende is. Amateurs Ondanks het geringe draagvlak van de amateurarcheologie in de provin cie Zeeland, weet de AWN steeds nieu we wegen te vinden om de actieve betrokkenheid op peil te houden. Dit jaar werd naast de uitgave van Zuid westerheem een lezingencyclus geor ganiseerd met deskundigen uit den lande. De opkomst was daarbij veelbe lovend. Door de op dit moment gevoer de discussie in het tijdschrift Wes terheem wordt de positie van de (pro vinciaal) archeoloog en de bonafide amateur er aan het 'detectorfront' niet gemakkelijker op. Toch is ook dit jaar in Zeeland weer geprobeerd, 3

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1990 | | pagina 5