tik-- H'» ktxrJt~«w r van Nederlandse soldaten in het Fran se leger ligt zover ik weet de nadruk op de in 1813 uit de beter gesitueer den gerecruteerde gardes d'honneur Dit is wel te begrijpen: de gardes waren in het algemeen beter geschoold dan de gewone soldaten. De laatsten waren vaak niet in staat hun gedach ten helder te formuleren en moesten, als ze een brief naar huis wilden schrijven, ook vaak de diensten in roepen van iemand anders, een scri bent bijvoorbeeld die éénoog in het land der blinden bleek, en aan on duidelijkheid en misverstand nog zijn eigen steentje bijdroeg. Veel 'ruis' in de informatie-overdracht dus, waardoor veel brieven van gewone soldaten een onbeholpen en cryp tische indruk maken. Maar, aldus Van Bakel: 'Dat we in deze brieven iets horen spreken dat in de ge schiedenis altijd zwijgt, maakt ze van het allerhoogste belang. Vanzelfsprekend ontbreekt iedere af stand tussen het geschrevene en de bittere werkelijkheid en is de schrijvers iedere pretentie vreemd. Zij hadden niet eens weet van pre tenties die een schrijver van brie ven zou kunnen hebben.' De brief van Izaak Jacobse Sanderse In een vorige aflevering van Nehalen- nia werd een Napoleontische soldaten brief gepubliceerd, geschreven door Abraham Nootebaart uit Breskens.5 Naar aanleiding van deze publicatie werd mij door een particulier een brief van Izaak Jacobse Sanderse, een Walcherse soldaat uit de tijd van -;p>, -i /f 4WWBM '/"v. i r,f r- (li >s s J-...,, dief /--> A' ,.,;V Afoi,i ,__v, I ty 7 T'7 r^--r« ~~ï~2 'y~S- -v - "f? afb.l. De soldatenbrief van I.J. Sanderse voorzijde en achterzijde. 1 2

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1990 | | pagina 14