de inlijving, ter beschikking gesteld. Deze brief werd pas in 1840 in Middelburg geregistreerd, en is sinds dien voor zover bekend altijd parti culier bezit geweest (afb. 1). De volledige tekst (met de bijschrif ten van de ontvanger van de post) volgt hier. De tekstgedeelten tussen teksthaken zijn reconstructies of op merkingen van mijzelf. Dé(p)artement du (M)on (t) (To)nnérre 88 Régiment 2 Bataillon 1 Compagnie Geliefde en veel Geagte eggenoot en vader en moeder Ik kan Het doch niet nalaten U en alle mijn Zusters en broeders En ooms en Moeijen en Neefs en Nigten een klein Letterje te schrijven Wij zijn op den 4 November bij ons Regiment Gekomen en wij zijn met veel zeelanders bij elkander en Al onder het 88 Regiment en wij zijn bij Adriaan Janse en bij Cornelis van sparrentak en bij alle de andere Conskridie van 93 hebben getrokken nu men zij in het tegenwoordige tot menz7 als ik mijnen brief geschreven hebbe maar hoe lang Dat en weet ik niet Want ik dunk wij zullen haast moe= ten vertrekken maar mijn Geliefde Vader ik hoop dat gij ook haast een klein Letterje aan mijn schrijven zult maar gij Moet niet Lange wachten Gij moet dog sito sitowederom schrijve hoe het gaat met mijn Geliefde ja hartgeliefde vrouwje en Mijn Geliefde Kind Zoo ik tans hoop zoo zij niet verlost is dat Gods Zegen en zijn hand over haar blijve in het baren want Ik ben ongerust dat zij het er niet doorhalen zal daarom mijn Geliefde Vader schrijf mij tog gouw weder nu mijn hart Geliefde vrouwje wat ik u bidden mag doet tog het gene gij mij belooft hebt en dat zult gij wel weten als wij daarom zoo blij waaren dat wij malkander weer zagen in vlissinge nu mijn Geliefde vader wat ik u bidden mag verstoot nooit mijn vrouw Want als gij mijn vrouw verstoot dan verstoot Gij mij maar Gij vader en moeder Gij zult mijn vrouw niet verlaaten dat weet ik wel maar daar zijn nog meer Latten aan het huis Maar daarom wil ik niet zegge dat ik zoo zeer boos op aar Ben neen dat niet ik wou dat ik se maar eens zag nu mijn Geliefde vrouw en vader een Moeder zusters en broeders ik kan niet verder scrijven als dat ik het maar slegt hebbe en dat ik aan De koors ben Gij moet er niet om treuren want ik ben tog nog onder Gods gebied nu scheij ik uit met schrijven want ik ben niet in staat om meer te schrijven Nu wensch ik hartelijk de groe tenis aan mijn hart Geliefde vrouwje en vader en moe Der zusters en broeders en alle vrinden en bekende Izaak Jacob se San Derse mijn adres 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1990 | | pagina 15