DORPEN ALS KUNSTWERKEN
Bij de aanbieding van het eerste exemplaar van Dorpen in Zeeland) aan Sacco van der Made
op zaterdag 27 april 1991 te Middelburg
A.P. de Klerk
'Zonder 't Hooft b.i. was het nooit gelukt'.
Op deze voor de buitenstaander wat cryp
tische manier begint Rinus Ferdinandusse
zijn bijdrage aan het bekende Zeeland-num
mer van het tijdschrift Maatstaf uit 19702.
Voor insiders behoeft die openingszin wei
nig toelichting. Ferdinandusse doelt hier op
het in het oorlogsjaar 1944 voor het eerst
verschenen boekje uit de Heemschut-serie
Dorpen in Zeeland van de hand van (bouw
kundig) ingenieur P.J. 't Hooft3. Ook al
beziet de auteur de Zeeuwse dorpen daarin
primair door de bril van de architect, ge
voelig voor juiste maatverhoudingen en
schoonheid, toch maakt hij een aantal - ook
nu nog - behartenswaardige opmerkingen
over enkele andere aspecten van de dorpen
in Zeeland4.
P.J. 't Hooft, overleden op 27 november
1977, had - zo hebben anderen terecht
opgemerkt5 - een open oog voor de men
selijke maat in onze leefomgeving; een
kwestie, vandaag actueler dan ooit tevoren.
Wat die menselijke maat overigens precies
is, laat ik intussen even in het midden.
Maar het is toch vooral de toonzetting van
het door 't Hooft geschrevene, die Ferdi
nandusse bijna tot extase voert. Wat ook
niet te denken van het voorwoord, dat als
thema aankondigt: het geluk 'dat als een
wonder kunstwerk kristalliseerde in de
steden en dorpen'?6 Vormt deze welhaast
lyrische schrijftrant van Dorpen in Zeeland
de aanwijsbare inspiratiebron voor Fer
dinandusse's eerder aangehaalde Maatstaf
artikel, elementen uit de inhoud heeft hij
ontegenzeglijk verwerkt in zijn fantastische
'sriller' De bloedkoralen van de bastaard,
ook uit 19717. Daarin spelen zowel de kerk,
de vaete alsook de vliedberg van een welis
waar fictief, maar toch gemakkelijk als We-
meldinge te ontmaskeren dorp een centrale
rol. Ik weet het, dat zijn precies dezelfde
elementen die ook het decor vormen, ja die
zelfs de voorzijde sieren van een publikatie
van een geheel ander gewicht, maar uit
hetzelde jaar 1971. Toch lijkt het me zo
goed als uitgesloten dat dit boek - ik heb
het over de verder toch zo invloedrijke
dissertatie van Dekker over Zuid-Beve
land8 - Ferdinandusse tot steun heeft kunnen
zijn.
'Zonder 't Hooft b.i. was het nooit gelukt'.
Het zou, dunkt mij, van weinig voortgang
in het wetenschappelijk bedrijf getuigen,
wanneer deze constatering ook vandaag nog
zou gelden voor het hier te presenteren
boek. Ze geldt in zeker opzicht wèl voor de
titel ervan. Die hebben wij, met instemming
overigens van uitgeverszijde, dankbaar in
hergebruik genomen. Ons boek heet dus
wederom: 'Dorpen in Zeeland'.
Over de betekenis van deze dorpen, en dus
impliciet over het belang van dit boek, wil
ik graag iets zeggen. Sinds het allereerste
verschijnen van 't Hoofts boekje in 1944 is
er zeker het een en ander geschreven over
dit onderwerp. Enerzijds vooral in de vorm
van een aantal, noem het maar: monogra
fieën over telkens één nederzetting; een
goed voorbeeld daarvan vormt Harthooms
Baarsdorp9Anderzijds leverden verschil
lende vormen van onderzoek een serie rap-
portmatige publikaties over bepaalde cate
gorieën van nederzettingen met een ge
meenschappelijke problematiek; bijvoor
beeld die van de zogeheten kleine kernen.
Wat opvalt, is het vrijwel ontbreken van
aandacht voor het dorp als onderdeel van de
fysieke, de gebouwde omgeving; voor het
dorp - zo u wilt - als 'kunstwerk', al be
doelt 't Hooft daar toch weer net iets anders
mee. In dit nieuwe boek staat deze invals
hoek centraal, hetgeen niet betekent dat
andere aspecten buiten beschouwing blijven.
Het boek brengt voor een breed publiek in
kaart wat verschillende disciplines op grond
van zeer uiteenlopend, in de afgelopen jaren
verricht wetenschappelijk onderzoek over
de Zeeuwse dorpen hebben te zeggen. Niét
31