voor: een ongedurig kind, een onrustig persoon. Jakker (Wtk;Nz;
Kod;MdbBzl; Ha; Ril; Wde;Kg;KsBnsDsrHsdNwk; ZnZr; Phi; OvmPo; Svn;
Tln;Dl;Ogp) Jak(h)ond (Hrh/HkzIer;KsOvm;D1)Jakpoke (Ks;Bns;
Po); --Jaksmoel (Ks;Dl); Jak ziele (verg. jakzielement onder 18a)
(Ks; Bwh/Nwk;HsdZn; ZrSvn;Dl; Ogp Smd)Jakkeraar-jêêr (Lam/Kt;
Ndp); Jak'als (Bns); Jakharses (Dl); Jakkont (verg. 18a) (Dl);
Jakdonder (zie 18a); Wantewever (Bvt);Zzd); Wietel(gat) (Cg;Nwn);
Wemelkont (Hrh); Roefel (Bzl: van een kind).
19a Hoe noemt u blauwe pruimen, Muzelaonen (Bvt: kleine p.;Nvt;Wtk;
Zzd;Nz; volgens Ax: kl. donkerrode); Merbelaonen (Kw;Nwn: oud
tijds kl.pr.;Osb: twijfeltRTmbijzonder soort, niet voor rauw;
Gpol: rode pr.; Ha; Ktg: kl.slechte bl.pr.;Rll: Marbelanen)Pinokes
(Klz: kl. donkerrode zoete pr.;Cg: kl.pr.); Pernooktjes (Ks: kl.
bl.pr.); Okkelaonen (Ha); Kouwelientjes (Ha: kl. blauw);
Eierpruimen (Wkp;Col).
19b. Namen voor gele pruimen: Eierpruimen (NvtZzd; Ax;Mdb;Bzl;Ha;Ks;Bns;
Bwh/Nwk;DsrZrPo; Scherp;Ogp) Zeumerpruum'n (Wtk); Melle-/mer-
rebloaren (Cg); Boerenpruimen (Kod); (Dubbele) boerewitte (Kod;
Gpol); Witte wienspruumen (Kod;Wkp); Washingtons (Kpl); Kouwe
lientjes (Ha).
19c. Namen voor kleine geel-rode pruimen, wsch. kroosjes. Muzelaonen
(Gde: kl. gele met rode blos ter grote van een kruisbes);
Murbeljaonen (Klz: kl. geel/rode); Kriekappelkes (Lam/Kt: geel
rood ter grootte van een kers); Okkelaonen (Bns;Scherp: vroeger);
--Króózen (Gpol).
Opmerkingen bij Nehalennia 75a (herfst '89).
blz. 2: fóóle en kokkele ook van huis uit bekend aan inz. M.W. Blaas (Tin),
blz. 7: versch. mededelingen, respaanvullingen van P. Lodder voor Smd.
n° 19: termin n° 23: zugern° 24: zwingel.
blz. 9, vraag 3: Die za nog'n vule pupe roake; vraag 4: aarges op zitte
spinze; vraag 11: die is vrij van zagen; vraag 13: 't is een
groate klêppe; vraag 16a: in de warre; vraag 19: aremiet(]i)
N.B.
40