Na dit fijngevoelige vers willen we on
ze lezers nog eens extra herinneren
aan onze oproep, toch vooral alles wat
nu nog bekend is over oude gebruiken
op allerlei gebied, ook gewoonten die
plaatselijk nog in zwang zijn, mee te
delen aan het secretariaat, zo mogelijk
met bijbehorende dialectwoorden en
-uitdrukkingen.Uw medewerking wordt
zeer op prijs gesteld!
STREEKGERECHTEN ENZ.
Deze keer geen nieuwe recepten ont
vangen en geen namen van plaatselijke
lekkernijen, die er toch zeker nog wel
zijn?
Mevr. M.W. Blaas (Tin) meent dat er
verschil is tussen 'n sinterklaosje en
'n spikkelaosje, het eerste wit besui
kerd en het tweede een hard bruin
koekje. Mogelijk wordt het lichte met
boter gebakken en het bruine zonder?
Wat de snoeperijen betreft is het z.g.
"cent van 't blad" nog bij vele ouderen
uit hun jeugd bekend.Daarbij hoorde
volgens sommigen ook een kalkachtig
wit of rose brilletje.
Mevr. M.J. v.d. Klooster-Slager (Hsd)
zorgde voor een lijstje namen van ver
snaperingen, die we niet eerder ont
vingen:
'n cent snipsnap: zoute dropjes (sal
miak); laurierdrop, soet'out, likstok
(lolly), tumtumkarremanswortel (wor
tel van een soort waterlelie met smal
blad, in moerrassige gebieden en daar
door moeilijk te verkrijgen, smaakt
bitter)
SPELEN
Mevr. A.W. Jager-van Kleunen (Ril)
schreef o.a.: "Als kind deden we het
volgende spelletje: Je stond op één
been, sloeg de vlakke handen tegen
elkaar (bij het tegenover je staande
kind) en zong dan al hinkelend J'ei
j'n ola nie, steeds herhalend, terwijl
je probeerde de ander uit het even
wicht te brengen." Deze beschrijving
n.a.v. onze eerste zegswijze op de
Vragenlijst van maart 1990.
De ruutevlieger op diezelfde lijst werd
in de ene regio ruutetikker genoemd,
in de andere ruutespriengerDhr.
Van Langeraad (Dsr) gebruikte er
geen knoop voor, maar een ring.
Mevr. H. de Man-Geldof hoorde van
haar oude informant op Herkingen,
dat hij als jongen (ongeveer 1908) zelf
een peeretol maakte van het hout van
perkoenpaaltjes (geschild wilgehout).
Met een scherp mesje almar snikkere,
tot het de juiste vorm had. Dan naar
de timmermam om een spijker met 'n
ronde kop, die erin slaan en dan mar
tolle
Ook maakte hij mooie wilgefluitjesDat
was een secuur werkje. Hoe dunner
de tak, hoe scherper, hoe hoger toon
het fluitje had. Mei was de mooiste
tijd om ze te maken. Met het heft van
het aardappelschilmesje, waarmee het
fluitje gesneden was, moest je op het
takje kloppen om het bastje los te
krijgen. Daarbij werd dan gezongen:
Sip, sap, sijpe
wanneer ben je rijpe
te Meie, te Meie
als de vogels legge eiere
dan zullen we je raken
dan zullen we je kraken
sipsapsaf
nu gaat de bast er af.
Mevr. L.J. Knöps (Dl) herinnerde zich
dat een tol waarvan de punt was afge
sleten liep op sokjes (zie Neh. 77.
blz2iT.
Dhr. C.M. Sinke (Ier) geeft n.a.v.
vraag 2b de speluitnodiging
Wie doet ermee in de ronte kree?
(kring) ('n Kree: vierkant, lineaal
Fr. carré).
LIMMER1CKS
Weer één uit de plaatsnamenlijst van
dhr. J.Walrave (Gpol), nu van het
gehucht Gaweege bij Krabbendijke
Di waz's 'n vrouwe in Haeweehe
Die a t'r d'n oest zó 'ekreehe
Ze docht, weet je wat a 'k doe
'k Neeme 'aerlemsen olie divoe
Mè of't dan 'elept, dat za' t'r an
weehe
De onderstreepte uitdrukking betekent
in die streek: dat zal er van afhan
gen. Op Walcheren hoorden we: da
za' t'r an lèhhe
En in uw dialect?
31