terpje is in het noordoosten vergra
ven door een in het veen snijdende
gracht. De gracht is dichtgegooid
met vrij schone klei (met mosselschel
pen) en wordt afgedekt door een pak
ket humeuze lagen met veel leembrok-
ken. Een achter het profiel aangelegd
vlak van ca 3x3 m leverde naast aar
dewerk een aantal paalkuilen op.
De ceramiek uit dit niveau kan niet
veel jonger worden gedateerd dan
eerste kwart 13de eeuw.
De verkregen gegevens kunnen als
volgt worden geïnterpreteerd. In de
tweede helft van de 12de eeuw werd
op de onbedijkte kwelder een terpje
opgeworpen. Omstreeks 1200 werd
een gracht gegraven. Bijn zeker heb
ben we hier te maken met de gracht
om de vóór 1196 gestichte kerk.
In de typologie van de Zeeuwse lan
delijke nederzettingen gelden de ring-
dorpen als de oudste, hetgeen voor
Nisse nu langs archeologische weg
wordt bevestigd. Een fraai nog be
staand voorbeeld is bijvoorbeeld
Dreischor op Schouwen-Duiveland
Blijkbaar kwam het dorp snel tot bloei
door de aanleg van de ringdijk die
de landtong bij de oude kern van
Zuid-Beveland trok, want enkele tien
tallen jaren later werd de gracht ge
dempt en het terrein rond de kerk
opgehoogd en bebouwd. Of deze opho
ging beperkt bleef tot de "rienk" rond
de kerk of dat tegelijkertijd ook het
qua grootte wat "buitennissige" dorps
plein werd aangelegd, valt aan de
hand van deze opgraving uiteraard
niet vast te stellen, (kroniek)
Oostburg-Nieuwstraat
Een verkenning en daarop volgend
onderzoek door H. Hendrikse en L.
Goldschmitz-Wielinga op 19 september
tijdens de voorbereidingen voor
nieuwbouw van de Rabobank aan de
Nieuwstraat te Oostburg leverde suc
ces op. In zowel het profiel als het
vlak van de bouwput kon een aantal
kuilen worden opgetekend. De diameter
lag in de orde van grootte van 2 m
met een diepte van ongeveer 1 m met
een oud loopvlak op ca 1.20 m NAP.
De vulling bestond uit nederzettings-
afval (aardewerk, dierenbottenmos
selschelpen, platte stenen etc.). De
ceramiekvondsten bestonden voor het
overgrote deel uit grijs gebakken aar
dewerk. Verder een weinig Pingsdorf,
Paffrath en vroeg rood aardewerk.
De vondstgroep kan omstreeks 1200
worden gedateerd. Het onderzoek heeft
aangetoond dat ten zuiden van de
ronde burcht, op de plaats waar zich
de Middeleeuwse stad zou ontwikkelen,
omstreeks 1200 bewoning aanwezig
was. (kroniek)
Oostburg-Oude Stad
Op 30 mei werd een poging onderno-
burcht van Oostburg nader te ver
kennen. Na de Middeleeuwse stadsplat
tegrond van Van Deventer op het
huidige stratenplan te hebben gepro
jecteerd, werd op het braakliggend
perceel Oude Stad 26 een 5 meter
lange en 3 meter diepe proefsleuf ge
trokken. Helaas bleek de bodem over
de gehele hoogte van het profiel ver
stoord door de gracht van de onder
leiding van Prins Maurits in 1620-1630
gegraven fortificaties.
De grachtvulling was nagenoeg schoon;
onderuit werd evenwel een bodemfrag
ment van een Pingsdorfpot geborgen.
Reimerswaal-Nieuwlande
Wederom konden vele vondsten van
het verdronken dorp Nieuwlande wor
den gedocumenteerd. ROB-correspon
dent en gemeente-archivaris van Goes
L.J. Abelmann, zond ons een inven
tarisatie van de in de collectie van
het Museum voor Zuid- en Noord-Beve
land opgenomen loodjes.
Enkele bijzondere andere vondsten
worden in de kroniek besproken.
Rilland
Op uitnodiging van leden van de
Oudheidkundige Kring "De Vier
Ambachten" uit Hulst werd op 8 febr.
een bezoek gebracht aan een buiten
gaats in de Westerschelde aan het
Nauw van Bath gelegen terrein.
Nabij de "Middenketel" erodeert de
hoofdstroomgeul van de Schelde het
gebied waarin zich de resten bevin
den van het verdronken dorp Rilland.
21