EEN STEENGOEDKAN UIT ZUIDZANDE
door
Henk Hendrikse
Op het Provinciaal Depot voor Bodem
vondsten (Balans 17, 4331 BL Middel
burg, tel. 01180-23732) komen vaak
meldingen binnen van vondsten die
door particulieren bij toeval worden
gedaan. Naast minder spectaculaire
zaken komen ook bijzondere objecten
aan het licht. Elke vondstmelding,
hoe 'onaanzienlijk' ook, is echter van
belang voor de documentatie van het
Zeeuwse bodemarchief. In de nu vol
gende bijdrage wordt een van de meer
bijzondere vondsten van de afgelopen
tijd wat nader toegelicht.
Begin juli 1990 kreeg ik een telefoon
tje van dhr. I. Herman uit Sluis,
dat bij het graven van een nieuwe
veedrinkput een eikehouten ton was
De ontgraving van de tonput.
gevonden. Omdat de kraanmachinist
alert reageerde bij het te voorschijn
komen van de bovenrand van de ton,
bleef deze gespaard voor vernieling.
Natuurlijk was een ieder benieuwd
naar de reden van de plaatsing van
deze ton en wat er zich eventueel
in bevond. De met slib gevulde ton
werd voorzichtig geleegd en tot
ieders verbazing bleek er op de bo
dem een prachtige gave steengoedkan
te liggen. Dat was trouwens alles;
scherven en/of ander materiaal wer
den niet gevonden.
De vraag is nu wat de bedoeling was
van die ton, die op bijna twee meter
onder het maaiveld gevonden werd,
en wat de datering van de tonput is.
Het terrein waarop de tonput gevon
den is behoort tot het perceel Terhof-
stededijk 3, plaatselijk bekend als
"Het Mariahof'l. De Terhofstededijk
omsluit de Vierhonderd-Beoosten-Ter-
hofstedepolder die in 1403 werd inge
polderd. Mogelijk was er dus ter
plaatse al bewoning in de 15e eeuw.
Bij de inundaties tijdens de Tachtig
jarige Oorlog werd deze polder drij
vende. In 1617 kwam de polder weer
droog te liggen en daarna zullen zich
ongetwijfeld mensen hier gevestigd
hebben, alleen weten we niet wanneer
dit gebeurde.
In ieder geval stond er enige tien
tallen jaren geleden nog een oud woon
huis ter plaatse. Dit huis is inmid
dels onder de slopershamer verdwenen.
De ton was ingegraven in een zande
rige bedding met daarop een kleidek.
Rond de ton was een rij bakstenen
geplaatstwaarschijnlijk om hem sta
bieler te maken. De vulling van de
ton bestond uit zand/klei. De bodem
was intact. In de duigen waren op
onregelmatige afstand gaatjes geboord,
zodat tevens de functie van de ton
duidelijk werd: het ging hier om een
welput. Mogelijk waren er oorspron-
1 2