kerkje opgenomen in de Kerkepadrou- te en kreeg zeer veel belangstelling. In 1248 verwoestten de Gentenaars de uithoven, maar de monniken her stelden ze weer. 't Kerkje is opge trokken uit kloostermoppen. De muren hebben een dikte van één meter. Met alle respect voor de bomen, maar er zou toch wat aan gesnoeid moeten worden zodat het beter zichtbaar wordt vanaf de weg. 't Is een parel tje van een bouwwerk. Na de verwoes ting in 1609 - dat staat in het muur anker - is het weer opgebouwd. Nu waren de Geuzen de boosdoeners. Op een boerderij waar we voorbijrij den staan nog wat carnavalsspullen. Dat feest tiert welig in deze contrei en. We rijden verder langs jonge en oude kreken. De Vogelkreek werd ingedijkt in 1275. Tijdens de Tachtig jarige Oorlog zijn de oost- en westzij de doorgestoken en stond de Vogel kreek weer in verbinding met de zee. Met aan weerszijden een afsluiting door een fort. Waar we nu langs re den was het Vogelfort. De Putting is een natuurgebied waar vooral ganzen op trektocht rusten en foerageren. Het is een gebied dat uitgeveend is en daardoor wat hobbe lig. De toren van Hengstdijk is in zicht; er staat geen haan op maar een paard. Het dorp wordt reeds vermeld in 1163. De kerk werd gesticht door de Norbertijnen die ook de bedijking hebben uitgevoerd. Ser Pauluspolder aan de zuidzijde van de Vogel was ook een parochie. De kerk heeft er gestaan tot de helft van de vorige eeuw, ze is toen afge broken en men is gaan kerken in Stoppeldijk (huidige naam Vogelwaar de). Men spreekt ook nog wel van Rapenburg. We komen nu op een Y-splitsing. In de vork van deze Y staat op een ver hoog een grensboom. Welke grens er mee bedoeld wordt weten we niet. Er zijn boringen verricht om de leef tijd van de boom vast te stellen. De dikte geeft aan dat er vele jaren mee gemoeid zijn. Het is een pracht van een boom en hij is eigendom van het Leger des Heils (Armée du Salut) in Parijs. 't Vogelfort met zijn kronkelwegel tjes - maar de chauffeur loodst ons overal goed doorheen, geen dijkje te kronkelig of te smal. De wegeltjes geven zo ongeveer de afronding van een fort aan. In 1645 is het hele gebied van de Stoppeldijkpolder Staats geworden. De mensen hier woonden OP Stoppel dijk (dorp) in tegenstelling met b.v. Hulstenaren, die IN Hulst (vesting) wonen. Op weg naar de Sasdijk komen we langs 't Kasteeltje (Pauwhof) waar in het torentje bij volle maan het gebochelde kleermakertje woont (verhalen van Joh. de Vries). Luntersehoekhaven (Luntershoek) toegang naar Hulst. Er was een sas. Fortificaties lagen er rond. Nu ligt er sinds enkele jaren een tuin. Door het gat in de dijk zie je nog iets van de fortvormen. Het Sas van Lunters hoek heeft maar kort dienst gedaan. De zaak slibde dicht en het was ge daan met de vaart naar Hulst. Het Groot Eiland waar we nu langs rijden is omringd door kreken. De dijk (rechts) is de scheiding tussen het oude Hulster en het oude Axeler Am bacht. Een grenspaal is te zien op de hoek van de Nieuwe Zeedijk en de Reigersbosschestraat. Het op schrift is aan de straatzijde leesbaar, 't Klein Kanaal (aftakking van het Kanaal Gent-Terneuzen) is een zijka naal naar Hulst. Over de Havikdijk uit de 18e eeuw gaat het op de stad Hulst aan waar we op het stadhuis worden ontvangen door loco-burge meester G.A. van de Voorde. Een mooi welkomstwoord voor ons allen. Ons bezoek aan het stadhuis wordt door het gemeentebestuur zeer op prijs gesteld, 'n Symbolisch blijk van dank namens de Werkgroep Historie en Archeologie, overhandigd door de voorzitter drs. J.H. Kluiver, wordt dankbaar aangenomen. De jaarvergadering kan beginnen. De aftredende kandidaten worden her-

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1990 | | pagina 17