benoemd en van de niet herbenoemba
re worden de plaatsen vervangen.
Gelukkig voor ons allen dat er steeds
weer mensen naar beste kunnen be
reid zijn om hun schouders onder
het werk te zetten. De niet herkies
bare kom je toch weer elders tegen.
Ga er maar aan staan!
Na de vergadering een kleine rond
leiding door de twee zalen. Op de
schilderijen: Maurits, prins van
Oranje; Philip-Willemgraaf van Bu
ren. Het klokje naast de deur boven
aan de buitentrap is uit de Hemonie-
beiaard van de in 1876 verbrande
toren. Er was nog een klokje maar
dat is met de noorderzon verdwenen.
In de ramen de plaatsnamen van de
omliggende dorpen met hun wapens.
Ook Michelstadt in het Odenwald (D)
is er bij, want hiermee is Hulst in
vriendschap verbonden. Tot zover
de Burgerzaal. In de Raadszaal hangt
een portret van Hendrik, graaf van
Nassau, en van koningin Beatrix als
regerend vorstin. Een groot schilde
rij gemaakt door Corn, de Vos laat
ons Hulst zien in het jaar 1628. De
kerk met een uivormige toren, de
kerk van de capucijnen, die de pest
lijders verzorgden. Verder zes molens
op de wallen waarvan er nu nog een
over is, en die zaterdags en zondags
nog in bedrijf te zien is. Op de wal
len staan geen bomen. Langs de markt-
kant van de raadszaal staan tussen
de ramen twee beelden, t.w. Vrouwe
Justitia (gerechtigheid) en Pruden-
tia, de voorzichtigheid. De twee ei
genschappen voor een goed bestuur
noodzakelijk. Aan weerszijden van
de tussendeuren hangen de vlaggen
van Clinge, Graauw en St.-Jansteen.
We stappen op naar de Basiliek.
De Willibrordusbasiliek is een basi-
lica minor. De kerk is meer dan 100
jaar een simultaankerk geweest; het
koorgedeelte was voor de katholieken
en het schip voor de protestanten.
In de viering stond een scheidsmuur.
In 1929 werd de kerk herkocht door
de katholieken en in 1935 werd zij
tot basiliek verheven. Voorrechten
van een basiliek zijn het gebruik van
de ombrellino (hemeltje) of het cono
peum (muggenet)een parasolvormig
scherm van zijfluweel met rode en
gele banen (de oude pauselijke kleu
ren van voor Napoleon I), dat een
vaste plaats heeft in het priesterkoor.
Tijdens processies wordt het half geo
pend meegedragen. Het tweede onder
scheidingsteken is het titinnabulum
of klokje dat ook in processies wordt
meegedragen en ook een vaste plaats
heeft in het priesterkoor. Het klokje
hangt in een raamwerk van verguld
hout waarop het wapen van de basiliek.
In het raam aan de marktzijde (ge
schonken door defam. Baert) zien
we aan de voeten van de Moeder Gods
geknield, deken Rops die de cappa
magna draagt. Deze cappa magna hoort
ook bij de pontificaliën van een basi
liek. De mantel is echter zo zwaar
dat deken Rops hem maar twee keer
gedragen heeft en het verder voor
gezien hield. In de ramen van de basi
liek is haar geschiedenis afgebeeld.
Het Mariabeeld met kind Jezus, staan
de in het priesterkoor, heeft weer
kroontjes. De oorspronkelijke zilve
ren kronen zijn gestolen. Er zijn nog
gouden kronen, die worden echter
veilig bewaard in de kluis.
Ambrosius met zijn bijenkorf is af
komstig uit een Hulsterse tuin en aan
de kerk geschonken, waar hij beter
tot zijn recht komt. Wat is het toch
doodzonde dat er zomaar over de graf
stenen gelopen wordt of dat er stoe
len op staan. Maar ja, wat anders?
De gilden onderhielden de kerk en
hadden er hun eigen kapel. Ook daar
aan herinneren ramen.
Drs. W.F. van Olffen weet veel en
boeiend te vertellen en je mag vra
gen stellen, dat is ook mooi meege
nomen.
We moeten naar de lunch in het Hof
van Vlaanderen. Dat zal wel smaken.
Nu naar Nieuw-Namen, dat vroeger
(1136) Hulsterloo heette.
De Reynaertsbank aan de uitgang
van het dorp draagt de tekst "Int
oostende van Vlaendren staet een
1 6