Ken van de bekendste Middelburgse
wereldreizigers is ongetwijfeld
Jacob Roggeveen, de ontdekker van
het Paaseiland. Bij stukjes en beet
jes wordt zijn biografie telkens aan
gevuld, onder meer in een lezing door
PSijnke4
In de rijke archieven van de Zeeuwse
rekenkameraanwezig op het Rijks
archief in Zeeland, vond ik enige aan
vullende gegevens over hem.
De biografen van Jacobus Roggeveen,
vanaf 1683^ notaris te Middelburg
en in 1722 ontdekker van het Paas
eiland, vermelden nimmer een huwe
lijk.^ Slechts in het werk De reis
van Jacob Roggeveen 1721-1722, uit
gegeven door de Linschoten-Vereeni-
ging, is sprake van een huwelijk met
Anna Adriana Clement te Batavia op
12 januari 1708.4
Bij een recent onderzoek in de ar
chieven van de Zeeuwse rekenkamer,
bleek mij echter dat Jacob Roggeveen
vrijwel zeker ook in zijn Middel
burgse tijd getrouwd moet zijn ge
weest. Volgens een lijst opgemaakt
ten behoeve van de inning van de
zo genaamde collaterale successie
(het toenmalige successierecht)
genaamd 'Notitie der gene die onge-
trout of sonder kinderen zijn begra
ven in de maent van October 1694'
(te Middelburg) is op 20 oktober
1694 begraven 'de huysvrouw van
dhr. Jacob Roggeveen (wonende) in
de Noortstraet naest dhr. Boudaen'.^
Voorts is bewaard gebleven een
'taxatie van alle goederen nagelaten
bij wijlen Marija Margaerita Vincen-
tius, overgelevert door desselfs na-
gelatene weduwenaer Mr. Jacob Rogge
veen'. 6
Jacob Roggeveen blijkt dus al eerder
getrouwd te zijn geweest met Marija
Margaerita Vincentius. We mogen con
cluderen dat dit huwelijk bij het over
lijden van Marija kinderloos was.
Immers, in. het geval dat er wel één
of meer kinderen waren geweest, had
de weduwnaar geen successierechten
behoeven te betalen. Haar bezit werd
getaxeerd op 250 ponden vlaams.
In de rekening wordt de overleden
vrouw van Jacob Roggeveen Anna
Margaerita in plaats van Marija Mar
garita genoemd.
Als aanvulling op vroegere biogra
fische schetsen meld ik dat het de
Academie te Harderwijk was, waar
Jacob Roggeveen op 12 augustus 1690
promoveerde tot doctor in de rech
ten.^ Jacob Roggeveen stierf op 31
januari 1729 te Middelburg en werd
5 februari 1729 in de Nieuwe Kerk
begraven. Bij zijn overlijden woonde
hij op de Blauwedijk te Middelburg
en liet beduidend meer na dan zijn
eerste echtgenote. Zijn nalatenschap
werd voor genoemde collaterale suc
cessie getaxeerd op £V1. 8796.18.4
(=F1. 52.781,50), een fors bedrag,
dat echter beduidend minder is dan
de door Sijnke genoemde schadevergoe
ding van Fl. 120.000,-, die de VOC
in 1723 aan Roggeveen verstrekt had.
In een tijdsbestek van zes jaar was
dus nogal wat verdwenen. Het is ech
ter ook denkbaar dat het genoemde
bedrag van Fl. 120.000,- geen beta
ling aan Roggeveen persoonlijk was,
maar een afkoopsom voor de West-In
dische Compagnie en dat Roggeveen
slechts een deel ervan ontving. Waar
de erfenis inclusief persoonlijke pa
pieren bleef, is nog onduidelijk. De
in het taxatierapport van Roggeveens
boedel genoemde Johan Carré, die
waarschijnlijk als executeur-testamen
tair optrad, was vermoedelijk niet
in Middelburg woonachtig.
Noten
1. Afgedrukt in de Wete 1988, nr. 3, p.
26-30.
2. Niet 1693, zoals zo vaak wordt genoemd,
maar volgens inv. nr. 1671 van het ar
chief van de Staten van Zeeland op 30
maart 1683.
3. B.v. Van der Aa's Biographisch woorden
boek der Nederlanden, Biografisch Lexi
con voor de geschiedenis van het Neder
landse Protestantisme en F. Nagtglas' Le
vensberichten.
4. Dit huwelijk wordt ook vermeld in de col
lectie Zeeuwse genealogieën nr. 12, berus
tende op het Rijksarchief te Middelburg.
7