a L'aMK ;i i Vr>>'iu V tiii id (1799); in 1804 kroonde hij zichzelf tot erfelijk 'Keizer der Fransen' en creëerde zo een monarchale staatsvorm die, naar het voorbeeld van de Augus- tei'sche tijd, nog een schim van re publikeinse identiteit bleef behouden. Maar als keizerlijk persoon, als dra ger van de hoogste waardigheid, moest hij een majesteit belichamen die hem op één lijn stelde met de gro te voorbeelden Alexander, Augustus en Karei de Grote, welke laatste door Napoleon wel de 'doorluchtige voor ganger' werd genoemd. Ook deze had aangesloten bij de traditie van het Romeinse Rijk - terwijl het laatste nominale relict van dat andere via Karei de Grote door Rome geïnspi reerde imperium, het Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie, door Napoleons optreden verdween toen Frans II in 1806 de keizerlijke waardigheid neer legde. Evenals Karei de Grote worstelde Napoleon Bonaparte echter met het probleem van de legitimiteit. De Ka- rolingen losten het Merowingenbewind af, en als parvenu's op de troon zochten zij zich te legitimeren mid dels zalving en kroning. Napoleon, voortgekomen uit de baaierd van de revolutie, deed hetzelfde en trommelde de paus op om hem te zalven. Een wankele legitimiteit vereist vor stelijke maatregelen als het uitdelen van gunsten en geschenken en/of het toepassen van dwang. Het Napoleontische systeem van dwang en repressie blijft hier buiten be schouwing, maar ook in het geven van geschenken was de keizer een meester. Dergelijke geschenken kun nen materieel zijn, maar ook bestaan uit symbolische zaken als bevorde ringen, onderscheidingen, erefunc- ties, linten, bullen en medailles. Napoleon, gul met donaties en jaargel den voor eenvoudige zielen, riep ook een 'noblesse impériale' in het leven van prinsen, hertogen, baronnen en ridders die volgens Presser 'zo uit de rommelzolder van het Heilige Room se Duitse Rijk zijn gehaald'. De Zeeuwse Napoleon-anekdoten passen keurig in het patroon van gulheid jegens enkelingen of groepjes; als elders strooide Bonaparte op zijn Ne derlandse reizen met jaargelden en beloningen voor toneelspelers, lood sen, schippers, stedelijke armen enz. Hoe ver de self-made keizer hiermee is afgeweken van de wegen van het 'majestueuze koningschap' van de Nieuwe Tijd is de vraag. Voor hem, de wereldheerser, leken in elk geval de gebruikelijke morele maatstaven ontoereikend. Zelf zag Napoleon zich graag - en met reden - als een vol trekker van het noodlot. Deze man, die over individuen, volken, rijken en vorsten beschikte is misschien ook door de Zeeuwen en overige Nederlan ders eerder als 'natuurverschijnsel' 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1991 | | pagina 12