Culturele prijs voor een veldwerker Als je maar tot je dertiende jaar naar school gegaan hebt en je bent inmid dels vijfenvijftig geworden, dan ver wacht je niet ooit nog eens een cul turele prijs te krijgen. Zo begon Richard Bleijenberg uit Nieuw-Namen op 2 februari j.l. zijn dankwoord na het in ontvangst nemen van de Cultu rele Waarderingsprijs 1989 van de stad Hulst. Bleijenberg kreeg de prijs vanwege verdiensten op drie gebieden: biologie, geologie en arche ologie Wat het biologische vlak aangaat, be treft dat vooral zijn werk als vrij willig gids in het Verdronken Land van Saeftinghe. Zijn geologische activiteiten spelen zich af rond en in de pleistocene/tertiaire Meester Van der Heyden-groeve in zijn woon plaats. Hij is er voor Staatsbosbe heer de conservator/toezichthouder van. Hij heeft echter ook aan de wieg gestaan van de plannen om van 't zandgelaag' een geologisch-toeris- tische trekpleister te maken. Met in- en toestemming en met financiële hulp van SBB heeft hij, samen met leden van de Oudheidkundige Kring De Vier Ambachten, de vroegere groeve voor een deel vrijgemaakt van gestort huis vuil. Hij heeft de interessante wand die afwisselend bestaat uit zandla gen en een harde ijzeroerbank zicht baar gemaakt, een kleine 'crag'-groe- ve blootgelegd, toegangstrappen en andere voorzieningen aangebracht en de groeve in de publiciteit ge bracht Sedert de opening in 1983 hebben dan ook al ruim tienduizend mensen van vijftien verschillende nationali teiten - professoren van geologische instituten brengen hun studenten ge regeld naar de groeve - het hek ge passeerd Op archeologisch gebied heeft hij het speurwerk voortgezet van het hoofd der school te Nieuw-Namemwijlen 'meester' C. v.d. Heyden, die Bleij enberg de belangstelling en de liefde voor zijn geboortegrond bijbracht. Meester Van der Heyden op zijn beurt zette het werk van wijlen dr. P. Tesch voort. Tesch vond in 1910 op De Kauter (Nieuw-Namen) een vuurstenen pijlpunt. Het voorwerp - thans in het Zeeuws Museum te Middelburg - duidde op oude bewoning te Nieuw-Namen. Van der Heyden heeft meer gedaan dan alleen steentijdbewoning aantonen, maar helaas is zijn werk in vergetel heid geraakt. Samen met de ROB, met leden van de Archeologische Werk groep van OHK De Vier Ambachten en met de leerlingen van de basis school onder leiding van hun direc teur J. de Baar, heeft Bleijenberg verder en intensiever onderzoek van De Kauter geëntameerd en uitgevoerd en dat met opmerkelijk resultaat: er is vrij veel materiaal uit de Jonge en Midden-Steentijd verzameld. Veel van het verzamelde materiaal bevindt zich in het Streekmuseum te Hulst. A.A.L.G.M. Kessen, de burgemeester van Hulst, in gezelschap van zijn wethouders en tal van genodigden, reikte de prijs uit. Van die gelegen heid maakte Bleijenberg gebruik om een samen met anderen opgesteld rap port aan de gemeente te overhandigen. Het rapport dringt aan op uitbrei ding van het geologisch monument door aankoop van aangrenzende gron den. Het pleit ook voor het verder openleggen van de voormalige groe ve en voor voortgezet onderzoek naar de prehistorische bewoning van De Kauter. George Sponselee 26

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1991 | | pagina 28