automatisme, is vele malen interessan ter voor de grote musea dan voor de kleine Kleine musea kunnen nu eenmaal veel moeilijker aan de publieksweg timme ren dan grote musea. Brengt mij op de museumwerking. Wat mag van een serieus museum - klein of groot - worden verwacht? In enkele woorden: minimaal een ele mentaire invulling van de behouds- taak, de wetenschappelijke/documen taire taak en de publiekstaak. Het is mijn overtuiging, dat iedere van deze drie taken voor het museum- functioneren onontbeerlijk en nood zakelijk is. Dat de mate waarin of het niveau waarop ze worden verricht afhangt van de financiële en persone le middelen waarover het museum be schikt, moge duidelijk zijn. Gebrek aan deze middelen mag echter nooit een excuus zijn om maar helemaal niets te doen. Museumschap verplicht. Nu wilt u van mij natuurlijk horen waaruit die elementaire invulling, met name voor de kleine, lokale en regio nale musea dan wel bestaat. Wel, gezien het feit dat deze voor dracht reeds 12 minuten heeft geduurd, overwegende de daardoor enigszins verslapte aandacht en in aanmerking genomen de sterk verminderde asser- tiviteitsimpulsen ten gevolge van een halfverteerde bolus, lijkt de conclu sie gerechtvaardigd een veilige po ging in die richting te kunnen wagen. Voor alle duidelijkheid: de kaders worden gevormd door de huisvesting, het personeel en de materiële voor zieningen waarover het museum be schikt. Je moet niet verder willen springen dan de polsstok lang is. Daar gaan we dan, puntsgewijs en in volgorde. Elementaire invulling van de behouds- taak betekent minimaal: 1. Het schriftelijk vaststellen van een beginselverklaring waaruit de wettelijke en permanente aard van het museum, alsmede de algemene doel stellingen duidelijk worden. Dit waar borgt de continuïteit. 2. Het op basis van de beginselverkla ring vaststellen van een verzamelbe leid, afgestemd op de musea en muse ale instellingen in de eigen plaats, regio of provincie. Dit voorkomt onge controleerde groei, doublures en een onevenwichtig opgebouwde collectie. 3. Het treffen van maatregelen ge richt op het beschermen van de muse- umvoorwerpen tegen diefstal en fysiek verval. Elementaire invulling van de weten schappelijke/documentaire taak bete kent minimaal: 1. Het registreren van de museum- voorwerpen door middel van het aan brengen van een nummer. 2. Het opnemen van de museumvoorwer- pen in een inventaris door middel van het invullen van een inventaris- of stamkaart. Belangrijkste te vermel den gegevens: registratienummer, naam, toestand, materiaal, afmetingen, maker, datering, herkomst en verwer ving. Dit voorkomt het verloren gaan van belangrijke informatie. 3. Het opzetten van een documentatie bestand op registratienummer en onder werp. Dit vergroot en ontsluit de kennis over de individuele museum- voorwerpen 4. Het verzamelen van handboeken die direct op de museumcollectie be trekking hebben. Elementaire invulling van de publieks taak betekent minimaal: 1. Het in logische, dat wil zeggen thematische en/of chronologische sa menhang presenteren van de museum- voorwerpen in een vaste opstelling. Dit zorgt voor overzichtelijkheid. 2. Het voorzien in permanente bege- leidingsvormen voor bezoekers door middel van het aanbrengen van infor matieve teksten bij de voorwerpen en/of groepen voorwerpen, eventu eel versterkt door rondleidingen en audio-visuele presentaties. 3. Het streven naar regelmatige gele genheidstentoonstellingen. Dit bevor- 30

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1991 | | pagina 32