volgens een jaargeld van 300,- en wanneer ze trouwde het dubbele, ter wijl hij haar als handgeld alvast twee dubbele gouden Napoleons (40 francs) gaf. Als voorwaarde gold dat haar eerste kind Napoleon of Marie Louise genoemd zou worden. Van haar vader wilde de keizer nadien de boerderij kopen, maar Honderd deelde mee er geboren te zijn en er ook te willen sterven. Vervolgens toonde Nicolaas Willemse Honderd de keizer diens por tret dat in een andere kamer hing. Hierna stond Napoleon op een verzoek van hem toe dat het op de boerderij opgeslagen buskruit verwijderd zou worden. Tot slot verschenen voor de keizer nog de boerin, die uit vrees voor hem op de knieën viel, en de oudste zoondie een onverschillig en bot gedrag vertoonde dat de keizer er gerde, zodat deze de jongeman ver zocht zich te verwijderen. Vissers Bij zijn volgend bezoek aan deze con treien, in het najaar van 1811, stak Napoleon met een klein gevolg vanaf het Hazegras het Zwin over in twee vissersschuiten, eigendom van Johan Christiaan Hennefreund, die tijdens de overtocht bijgestaan werd door zijn oom Jacobus Schilleman, en James Verhoeve. De paarden werden over Sluis naar Breskens gevoerd. Gedu rende de overtocht, die wegens slecht weer nogal moeizaam verliep en een half uur duurde, vernam de keizer dat de boot waarin hij voer, die van Hennefreund, nog maar 150 gulden waard was. Ook viel hem de belabber de staat van de zeilen op. Na de lan ding in de Oude Kil bij Terhofstede onder Retranchement werd er op de dijk een groot vuur gemaakt, waarbij Hennefreund naast Napoleon moest plaatsnemen. De keizer vroeg de schipper hoeveel hij hem voor de overtocht verschuldigd was. "t Is al goed, wat God Zijne Majesteit in 't harte geeft,' of woorden van gelij ke strekking werden hem toegevoegd. Napoleon was ingenomen met zulke braafheid en zegde de vissers een goede beloning en een levenslang jaar geld toe. De volgende dag ontvingen Hennefreund en de anderen in Bres kens een gift van 50 gouden Napole ons (ca. ƒ475,-) om onderling te ver delen. Ook werd aan Hennefreund en Schilleman een jaargeld van 300 francs beloofd. Joost van der Baan (1808-1896), pu blicist over Zeeuwse historische on derwerpen, meldt dat dit jaargeld tot Napoleons val te Gent, en later te Sluis, ontvangen werd 'Henne freund,' aldus Van der Baan, 'die even vóór zijn dood dit alles nog zelf mededeelde, tot nadere opheldering van hetgeen over dien tocht in de Middelburgsche Courant van 10 Oct. 1811 stond vermeld, en die zijnen oom lang overleefde, bleef door deze milddadigheid des Keizers voor nij pende armoede bewaard, en is den 23en Mei 1853 te Sluis, op 73-jarigen ouderdom, overleden.' (De het jaar voordien door Napoleon begunstig de Zuidbevelandse boerendochter zou haar jaargeld slechts eenmaal hebben ontvangen. Tijdens het keizerlijk bezoek aan Veere is een voorval gesitueerd dat door Napoleon zelf als legendarisch is bestempeld. Er zou zich in het stadje een vrouw snikkend aan de voeten van Bonaparte hebben gewor pen, terwijl ze hem met bevende hand een verzoekschrift toestak. 'Sire,' riep ze uit, 'ik ben moeder van drie kinderen, wier vader in uwer Ma- jesteits conscriptie dient; de kinde ren en de moeder lijden gebrek.' Waar op de keizer tot iemand uit zijn gevolg zei: 'Schrijf de naam van die man op, ik zal hem tot de rang van officier bevorderen.' Hevig aangedaan door de vorstelijke geste, bleek de vrouw niet in staat een woord van dank uit te brengen. Maar in een brief van Napoleon uit Utrecht, gedateerd 7 oktober 1811 en gericht aan Generaal Savary, hertog van Rovigo en minister van de algemene politie, luidt het: 'Ik 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1991 | | pagina 9