Mededelingen van het onderzoeksseer
De vragenlijst
Jaren geleden was er bij de op het
secretariaat ontvangen beantwoorde
lijsten één exemplaar, waar noch op
de eerste noch op de tweede kolom
iets was ingevuld. In plaats daarvan
dwars over de hele pagina, met gro
te letters: 'Weer niks voor ons bie.'
We hebben deze inzender per tele
foon uitgelegd, dat de vragenlijst
wordt opgesteld ten behoeve van ons
onderzoek: het doel van onze Veree-
niging, waarvoor ook zijn eventuele
'nee' bij elke vraag, waarde heeft.
We hebben hem ook herinnerd aan
de tweede kolom, en verteld met hoe
grote belangstelling wij uitkijken
naar elk antwoord daarin op de vraag:
'Hoe zou u ditzelfde zeggen in uw
dialect?'
Toen later ons boek over dialect in
zijn regio uitkwam, was hij de eerste,
die enthousiast reageerde en uitvoe
rig commentaar leverde.
Bij de ingevulde lijsten is er deze
keer één, waarop de inzender schrijft:
'Wat een vreemde lijst. Misschien veel
uit Zeeuws-Vlaanderen? Voor Zuid-
Beveland m.i. heel vreemd.' Daarop
kunnen we alleen antwoorden: de vra
genlijst is niet alleen voor Zuid-Be
veland maar voor alle regio's van heel
Zeeland, en Goeree-OverflakkeeHet
gaat om alle Zeeuwse dialecten, en
iedere invuller kan in de tweede ko
lom, gelijkwaardige uitdrukkingen
of om-schrijvingen in eigen dialect
kwijt, waarmee ons onderzoek ten
zeerste gebaat is!
Die inzender zal de vragenlijst, die
met deze aflevering van Nehalennia
meegaat (maart 1992), minstens even
vreemd vinden en de volgende moge
lijk ook, want we hebben nog veel
zegswijzen, waarvan we zeker weten,
dat ze op Zuid-Beveland onbekend
zijn. Zie b.v. vraag 14. Wij weten
van te voren, dat geen dialectspre
ker van 'boven de Schelde' daarach
ter in de eerste kolom ja zal invul
len - maar we willen wel weten, wat
u in uw eigen dialect zou zeggen,
als u ons hetzelfde wilde mededelen.
En dat hopen we in de tweede kolom
te vinden.
Een andere inzender, zelf geen dia
lectspreker, heeft bij zijn informan
ten gemerkt, dat die vaak niet meteen
een equivalent in eigen spreektaal
kunnen vinden voor de tweede kolom,
al weten ze meestal wel dat dit be
staat. Dat schijnt niet alleen bij
hen voor te komen. Mogen wij u vra
gen, in zo'n geval, het niet dadelijk
op te geven, maar er nog eens over
na te denken en zo mogelijk anderen
erbij te betrekken? Invulling van die
kolom is voor het onderzoek van veel
belangWanneer wij met vragen komen
die al eerder zijn gesteld, dan is
daar vrijwel altijd een reden voor.
Wie er vroeger uitvoerig op geant
woord heeft kan zeker volstaan met
die mededeling. Wat we eenmaal ont
vingen is zorgvuldig genoteerd. Het
gaat nu ook om vragen en opmerkin
gen van nieuwe leden, waardoor we
ontdekken, dat er nog bepaalde Zeeuw
se zegswijzen te achterhalen zijn,
die we niet eerder ontvingen (zie
blz. 50 en 51 van Neh. 85) of dat
van een reeds behandelde uitdrukking
vaak nog een andere betekenis blijkt
te bestaan.
Dhr. M.J. Geuze (Ha) maakt de vol
gende opmerking bij vraag 8 lijst
dec. '91: De uitdrukking 't uusje van
je consentie kende ik niet, maar in
het boekje Een oud Walcherse boerde
rij van J. Vader had ik ze aangetrof
fen in een ander verband. Op blz.
55 lezen we daar, dat de vrouwelienen
's avonds met hun voeten op een warme
stoof zaten, die steeds met gloeiende
houtskool of turf werd bijgevuld. Als
er wat erg vaak nieuw werd genomen,
zei de boer wel eens: 'Pas mè op a
je't uusje van je consentie nie ver
brandt Wat dan weer de uitroep ont
lokte: 'Doe nie zo gek'.
Reacties op Nehalennia 85 blz. 41
Beslag voor duidelijk onderscheiden
delen van het weiland. Op de vraag
van dhr. M.A. Geuze (Po) kwam geen
enkele positieve reactie. Ook nader
onderzoek leverde niets op. Men kende
28