werk voorkomt, waarop typische
Zeeuwse familienamen zijn geschil
derd.
Willem V in Zeeland
In 1787 en 1788, de jaren die op
Tevels plaquettes van Willem V en
Wilhelmina zijn vermeld, voltrok zich
de restauratie van de positie van de
prins en zijn aanhangers na de patri-
otse omwentelingen op diverse plaat
sen in de Republiek. Zoals hierboven
al werd gesteld vergroot een tijd van
scherpe politieke tegenstellingen de
behoefte aan 'insignering' van de po
sities: naast de vloed van pamfletten
en spotprenten is ook de Oranjekera-
miek onder die noemer te vatten. Maar
ook na de restauratie van 1787/88
moest de blijvende verbondenheid van
Oranje met volk en Republiek tot uit
drukking worden gebracht. Tevels
plaquettes illustreren op oogstrelende
wijze deze tendens, die haar meest
extreme uitloper vond in de wens van
het Oranjepaar dat het dragen van
oranje op straat verplicht zou worden
gesteld - een triomfantelijke inversie
misschien van het verbod dat de Staten
van Holland in juni 1784 juist op het
dragen van oranje hadden ingesteld.
Willem V, een man van ontwikkeling
en kunstzin maar ook geplaagd door
een zonderlinge combinatie van be
sluiteloosheid en starre hardnekkig
heid, bleef zowel fysiek als mentaal
onder de maat van zijn gemalin (sinds
1767) Wilhelmina van Hohenzollern
prinses van Pruisen (1751-1820). In
1785 ontnamen de Staten van Holland
de prins het commando over het Haags
garnizoen, waarna voor het gebelgde
prinselijk paar een semi-nomadische
periode aanbrak waarin het door de
Republiek trok, steun wervend voor
de eigen zaak, alvorens het zich in
november 1786 op het Nijmeegse
Valkhof vestigde. Wilhelmina wilde
in 1787 de prinsgezinden in Den Haag
tot opstand bewegen en reisde daar
toe naar Holland, waarna de bekende
gebeurtenissen zich ontrolden van
Goejanverwellesluis, de Pruisische
invasie, de Oranjerestauratie en de
vlucht van vooraanstaande patriot
ten naar Frankrijk.
Ook Zeeland werd tijdens de reis van
1786 aangedaan. Na de afzetting van
de prins als commandant van Den Haag
reisde hij resp. naar zijn Baronie
van Breda, Friesland, Groningen,
Drenthe, paleis het Loo (Apeldoorn,
winter 1785/86), 'om zig aldaar ge-
duurende de winter met de Jacht en
andere uitspanningen te verlustigen'
44Dieren, Kleef en weer het Loo.
Het vertrek naar Zeeland vond plaats
op 15 juni 1786; op 18 juni landde
men te Rammekens. Op 25 juni, om
twaalf uur 's nachts, werd na een
afscheid vol van 'gevoelige dank
baarheid' de thuisreis aanvaard.
De route voerde over St-Maartens
dijk, 'van waar het Doorluchtig Ge
zelschap hunne reize over Thoolen,
Bergen op Zoom en Breda, naar het
Lusthuis het Loo, te Land doorzet-
Afb. 5. Bord van faience (afb.2). Oranjekopje afb3)zalfpotje,
steelpannetje en een kan met schildpaddecoratie.
6