ten; alwaar het zelve in een geze
gende welstand geretourneerd is'.1®
Bataafse tijd
Het geïsoleerd en onaanzienlijk St.-
Philipsland werd dus niet bezocht.
Prins en prinses gingen vanuit Tholen
op weg naar hun 'Lusthuis' en hun
restauratie tegemoet, waarna de Repu
bliek haar laatste en volgens menig
een onbenulligste jaren beleefde. De
daaropvolgende Bataafse omwenteling
(1795) luidde een tijdperk in dat,
hoewel boeiend wegens alle wisselval
ligheid en vernieuwing, evenmin tot
de meest glansrijke van onze geschie
denis behoort.
Voor Cornelis de Ruyter, eigenaar
Bijlage
Vondsttotaal naar afzonderlijke voorwerpen
aardewerk
bord
33
opdienschotel
1
kan
4
koekepan
1
evenveeltjespan
1
zalfpotje
2
testje
1
fragm. div.
5
schoteltje
3
kleipijp
5
aarde werk/porselein
kommetje
25
schoteltje
20
aardewerk/Oranjegoed
kommetje
2
glas
fles
1
drinkglas
3
107"
Noten
1. Archief PDB 43D/2Z; R.M. van Heeringen,
'Archeologisch nieuws 1988', Nehalennia afl.
74, 1989, 5-12 (uit: Jaarversl. ROB 1988);
'Historische vondst in Flupland', Eendracht-
bode 11.08.1991.
2. Archief PDB 43C/6Z. Voorts geraadpl. Ency-
clopedie van Zeeland dl. III (Middelburg
1984), 81-83, trefw. 'St-Philipsland' (eind-
red. J.A. T-rimpe Burger) en 'St.-Philipsland-
polder' (red. J.J.B. Kuipers).
3Kadastrale Atlas van Zeeland 1832, Sint
Philipsland 1645-1832 (ter perse); H. Uil
en J.A. Klompe, Sint Philipsland: eiland
in de Zeeuwse Delta 1487-1987 (St-Philips
land 1987), 68. De gegevens omtrent Voor-
str. 34 werden bereidwillig verstrekt dooi
de streekarchivaris H. Uil.
4. PDB inv.nr. 1022-1023. Van Leida Goldschmitz
werd ook bij de voorbereiding van dit arti
kel nuttige medewerking ondervonden.
5. Hemmy Clevis en Jaap Kottman, Weggegooid
van het pand Voorstraat 34 (in zijn
tijd huisnr. 28) in St-Philipsland
was de Bataafse tijd ook weinig roos
kleurig. Na 1795 trokken andere
schippers zich niets meer van zijn
rechten aan en gingen ook graan ver
voeren naar Rotterdam. Pas na de
Franse tijd kreeg hij zijn privilege
terug. In 1815 werd zijn zoon Corne
lis de Ruyter junior als nieuwe
beurtschipper op Rotterdam en Dor
drecht aangesteld.16
De door C. Kosten weer opgedolven
Oranjekoppen stonden toen al een
tijdje in het vergeetboek. Na de om
wenteling van 1795 vormden ze in
elk geval geen courante handelswaar
meer.
en teruggevonden: aardewerk en glas uit
Deventer vondstcomplexen 1375-1750 (Kampen
1989), 32; Wat potters bakten ('s-Gravenhage
1975), 71.
6. Clevis, a.win noot 3, p. 123 nr. 10-119.
7. J. de Kleyn, 'Stadhouder Willem V op Engels
aardewerk', Antiek 1(1966)1, 27-34; Wat
potters bakten ('s-Gravenhage 1975), 77
en afb. 66 (p. 74); 'Oranje in de huiskamer',
themanr. Bijdr. en Med, van Het Ned. Open
luchtmuseum 43(1980)nr. 1; Jan Daniël van
Dam, Gedateerd Delfts aardewerk/ Dated
Dutch Dclftware (Zwolle/Amsterdam 1991),
passim; 'Oranje in de Beerput', Med
afd. Vallei en Eemland van de Archeologische
Werkgemeenschap voor Nederland (AWN
16 (1992)1, 6-7.
8. Dingeman Korf, Nederlandse majolica (Haar
lem 1981), 17.
9. Ibid., 13.
10. Voor de plaquettes van Tevel zie J. de Bree,
'Cornelis Tevel, zilversmid en natuurkundige',
Antiek 11(1976)3, 232-240.
11. W.S. Unger, Catalogus van den historisch-
topografische atlas van het Zeeuwsch Genoot-
schap der Wetenschappen (Middelburg 1931-
1957) IV, nr. 117.
12. Ibid., nrs. 116-119; vooral 117 en 119 zijn
wat betreft kuif en haarrol zoals ook afge
beeld op de kom uit St-Philipsland sterk
verwant (de overige twee portretten hebben
niet de geprononceerde kuif, en twee haar-
rollen bij het oor)
13. J. de Kleyn, a.w. in noot 7, 34.
14Het Verheugd Zeeland, by het plechtig be
zoek van zyne Doorluchtige Hoogheid, Willem
de Vyfde (Amsterdam 1787), 5-6; PW
Sijnke, 'Tweehonderd jaar geleden: hoog
bezoek aan Middelburg', Nehalennia afl.
62, 1986, 26-34.
15. Verheugd Zeeland, a.w. in noot 13, evenals
voorgaand citaat.
16. Uil en Klompe, a.w. in noot 3, 68-69.
7