houdsopgave informatie over de hui dige situatie van het Zeeuws Museum en het Bureau provinciaal museum consulent, de uitgangspunten en doel stellingen, de externe situatie en ontwikkelingen, de interne sterkte en zwakte, actieplannen voor de kor te (1992), middellange (1993-1995) en lange termijn (1996-1999) en een samenvatting van de financiële effec ten. En dat alles in 35 pagina's. Het beleidsplan wekt niet de indruk geschreven te zijn door een begees terd bestuur dat, overtuigd van de ingeslagen weg, een duidelijke eigen visie ten aanzien van het functione ren van de Zeeuwse Museumstichting aan de man probeert te brengen. Dat is in dit verband ook geen abso lute voorwaarde, maar het zou pret tig zijn om, waar het gaat om het functioneren van een voor de muse ale infrastructuur van Zeeland essen tiële instelling, een beleidsplan te lezen dat méér is dan het geprodu ceerde stuk, dat de uiterlijke ken merken heeft van een 'consultant'- notitie, compleet met externe, inter ne en financiële analyses en effecten en bijbehorend weinig inspirerend taalgebruik. Dat 'méér' heeft in dit geval betrekking op meer en meer beredeneerde aandacht voor de museaal- inhoudelijke taken en werkzaamheden en een meer leesbare vorm. Een eerste officiële beleidsplan van de inmiddels ruim twintigjarige Zeeuwse Museumstich ting schept nu eenmaal verwachtingen! Ten aanzien van de inhoudelijke as pecten moet helaas genoegen worden genomen met zeer algemene en onge- prioriteerde verlangens (zie het hoofdstuk 'Uitgangspunten en doel stellingen') en een meer vragen op roepende dan vragen beantwoordende analyse van de sterke en zwakke punten (zie het hoofdstuk 'Interne sterkte en zwakte'). De bedrijfsmatige en met name ook de financiële analyses en effecten hadden misschien beter en waarschijnlijk met meer zeggings kracht door een deskundig (consul tant- bureau op papier gezet kun nen worden. Nu steunen de voor de middellange termijn gevraagde extra bedragen ten behoeve van de exploitatie 680.000,-) en investeringer 2.850.000,-) op een wel erg mage re argumentatie. Met het geven van de financiële effecten gaat het be leidsplan overigens verder dan het beoogde hoofddoel, te weten het lou ter en alleen verschaffen van inzicht in het voorgestane beleid. Wat betreft het specifiek inhoudelijke beleid blijft het voor het moment nog even wachten op de in het vooruit zicht gestelde deelplannen als het collectieplan en het verzamelbeleids- plan. W.H.P.S. Het beleidsplan van de Zeeuwse Muse umstichting is voor geïnteresseerden schriftelijk op te vragen via postbus 378, 4330 AJ Middelburg. Zeeuwse musea in overleg over N ehalennia-presentaties In september 1991 organiseerde het Goese Museum voor Zuid- en Noord- Beveland een tentoonstelling over de inheems-Romeinse godin Nehalennia. Op deze tentoonstelling waren enige originele, aan Nehalennia gewijde altaarstenen uit de collectie van het Rijksmuseum voor Oudheden in Leiden te zien. Voor Zeeland was dat bij zonder, want het aantal originele altaarstenen dat normaal gesproken in de Zeeuwse musea bekeken kan worden is - helaas - gering. Tijdens de tentoonstelling werd dui delijk dat verschillende musea in Zeeland, onafhankelijk van elkaar, plannen aan het ontwikkelen waren voor nieuwe of vernieuwde Nehalennia- presentatiesIn enkele gevallen werd daarbij gerekend op het in langdurig bruikleen krijgen van de altaarstenen van het Rijksmuseum voor Oudheden. Om te voorkomen, dat over enige tijd een ongewenste 'museale repetitie' rondom het thema Nehalennia in Zee land zou ontstaan, is op initiatief van 2 2

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1992 | | pagina 24