HET HOOFD VAN DE PRINS
18de-eeuwse O r an j e k e r amiek uit Sint-Philipsland
door
J.J.B. Kuipers en H. Hendrikse
In 1988 verwierf het Provinciaal Depot voor Bodemvondsten (PDB) te Middel
burg een verzameling bodemvondsten van het tot heden archeologisch weinig
bekende voormalige eiland St-PhilipslandDit materiaal was op 8 augustus
1988 door dhr. C. Kosten in de tuin van zijn woning aan de Voorstraat 34 te
St-Philipsland aangetroffen toen hij een fundering voor een zitkuil groef.
Kosten stuitte op iets hards, meende met een 'welle' te maken te hebben,
maar bracht een hoeveelheid glas- en aardewerkschervenpijpekoppen en
twee vrijwel gave kannetjes gevuld met eierschalen te voorschijn. Het ma
teriaal werd door bemiddeling van dhr. H. Uil, streekarchivaris voor Schou-
wen-Duiveland en St.-Philipsland, aan het PDB geschonken.1
Na een voorlopige determinatie door de assistent van de provinciaal arche
oloog B. Oele bleek het om een hoofdzakelijk laat 18de-eeuwse vondstgroep te
gaan: voornamelijk porselein en ander aardewerk, waaronder twee identieke
stukken z.g. 'Oranjekeramiek'
St.-Philipsland en Voorstraat 34
Het oorspronkelijke St-Philipsland
bestond uit vier aanwassen, die in
1487 werden bedijkt in een polder
genaamd St-PhilipslandIn deze
polder ontstond het dorp Philips
land of St-Philipskerke. Na over
stroming in 1530/32 bleef St.-Phi
lipsland drijvende tot 1645, toen de
Oude polder van St.-Philipsland werd
bedijkt. Skeletresten, mogelijk af
komstig van het verdronken St.-Phi
lipskerke, werden in 1978 bij dijk
verzwaringswerkzaamheden aangetrof
fen aan de zuidzijde van de Oude
Polder.2
In de Oude polder ontstond het hui
dige dorp St.-Philipsland. Omtrent
huis en bewoning op het huidige adres
Voorstraat 34 zijn vanaf 1654 gege
vens bekend. Op 20 november van dat
jaar werd hier een woonhuis op am-
bachtsherengrond verkocht aan
Pijeter Jacobsen de Jonge. Ter plaat
se is gedurende meerdere perioden
een winkel gevestigd geweest. In 1661
kwam het huis in het bezit van de
biersteker en winkelier Jacob Jans
van Ollen. Ook Pieter Abrahamsen
(eigenaar sinds 1686) dreef in het
pand een winkel. Na zijn overlijden
werd deze voortgezet door Rocus
Steijn (1708-1714). Ten tijde van
Cornelis Molengraaf, eigenaar van
1761-1785, en diens schoonzoon Cor
nelis de Ruyter, eigenaar van 1785
1802?, werd hier eveneens een win
kel gedreven. Beiden waren beurt
schipper. De beurtschippers van
St.-Philipsland dreven ook handel
en verkochten hun waren in de win
kel, die beheerd werd door hun echt
genotes. Cornelis Molengraaf kreeg
in 1758 toestemming om te zorgen voor
het graanvervoer naar Dordrecht.
Tijdens een thuisreis werd hij door
de fok van zijn schip overboord ge
slagen en verdronk. Zijn schoonzoon
en knecht Cornelis de Ruyter werd
de nieuwe beurtschipper. Op 16 april
1789 kreeg hij zijn aanstelling.2
Het in de tuin van Voorstraat 34
gevonden materiaal stamt voor een
groot deel uit de tijd van Molengraaf
en De Ruyter.
Het materiaal
De inventarisatie van de vondsten
van dhr. Kosten door Henk Hendrikse
en Leida Goldschmitz op het PBD1
leverde het volgende beeld op.
Het materiaal bestaat voor een groot
2