ontvangen benamingen, waarna wij dan reacties hopen te krijgen. Maar het laatste woord is altijd aan de uitkomst van de beantwoordingen op de vragenlijst. Het kan gebeuren dat onze vraag op de lijst niet duidelijk genoeg over komt, zoals blijkbaar het geval was met nr. 11 op de lijst december 1991. (Zie de Beantwoording in deze aflevering van Nehalennia, door mevr. dr. N. Bakker genoteerd.) Het betrof: 11a. De bozze (beurs) omlehhe en lib. idembotje bij botje doen. Eén en dezelfde dialectzegswij ze, die twee verschillende betekenis sen kan hebben. We plaatsen ze nu in andere vorm, opnieuw op de vragen lijst, hopelijk voldoende duidelijk. Het kleine ruimte-overschot op de lijst besteden we graag aan één be paald thema, waarbij u allen in de gelegenheid bent, van een groep dia lectbenamingen het u bekende aan te wijzen, door eenvoudige onderstre ping. Op de juni-lijst vragen we aller aandacht voor het onderwerp insekten. Zeeuwse zegswijzen kwamen uit al onze regio's binnen, soms meteen her kend als 'vertaling' van een in de Nederlandse volkstaal algemeen ge bruikt gezegde. 'Vertalingen' - maar dan wel in goed Zeeuws. We laten er hier enige volgen: De kaeze nie van z'n brood laeten eete Die lust van 't 'êêle vèrreke. Noe zulle de muuzen nie mie je leege maege wiglóópe. 't Butter(t) dae nie. Die schiet mee spek. Da's nie fee soeps. Wad'n soepzootje! Je kraehe is sóö vet, je kan t'r soep van kooke. 't Is 'n papvint. Die ei toch zitte pruume! Dit laatste hoorden we een paar maal met de AN-betekenislekker en veel zitten eten. Maar van andere zijden kwam het tegengestelde begrip: 't eten niet naar binnen kunnen krijgen (Zie ook: pruume in ons WZD!) Wij zijn niet zo verbaasd als de in zendster, die het woord verdoenkere- maene niet in ons Woordenboek kon vinden. 'Dit wordt gebruikt,' schrijft ze, 'als je iets achterhield of ver stopte of stal.' We lezen in landelijke dagbladen tegenwoordig nog al eens, dat geld of goed of gegevens 'verdon keremaand' zijn! Intussen kon het dezer dagen ook gebeuren, dat een rasechte Zeeuw ons het woord schob berdebonk zond 'voor het woordenboek' Wa löp je d'r wi schobberdebonk bie: slordig, onverzorgd, als een schooier. En een ander gaf: Me gae op de bonne fooi op goed geluk, zonder voorbe reiding. Twee woorden: schobberde bonk en bonnefooi, die we voor ons woordenboek nu juist meteen weg kun nen schrappen, omdat ze niets met Zeeuws dialect te maken hebben, maar behoren tot de algemene Nederlandse volkstaal. Menige ingevulde vragenlijst was deze keer vergezeld van een apart papier met aanvullingen of opmerkingen, waar voor onze hartelijke dank. Ook het kleinste papiertje met niet meer dan één enkel woord is welkom op ons secretariaat Reacties op de poepestok (Neh. 86, blz. 32) kwamen van veel zijden; uit de landbouw: D'r zit poep in de juun: ziekte in de uien. Poep voor alles, wat vreemd was, scheldnaam voor zigeuners, woonwagenbewoners, Braban ders en voor Katholieken. Vanuit Zuid- Beveland werden we herinnerd aan de Poepenpolderpolder in de buurt van Wolphaartsdijk, waar de bewoners R.K. waren. En poepenland bij Goes. Dhr. C. Martens schrijft: 'Op 's- Heerenhoek is het woord poep syno niem met vreemdeling. Maar ook met katholiek paap. 't Komt voor in uitdrukkingen: Poepe-klompeplatte (vrouwe)klompBrabantse poep: Bra bander; stadse poep: stedeling; poepinne-mussekatholieke-vrouwe- muts. De familie Smit woont reeds vele geslachten op 's-Heerenhoek, maar ze worden nog steeds de poepe smitten genoemd omdat ze van buiten Zeeland kwamen (en nooit in kleder- 18

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1992 | | pagina 20