(Kg;Ks); SchD (Dsr). Anders: je netel(t)(Rod); je broei(t)
(Bzl;Dw/Ovz;Gpol;Ha;Ktg;Ndp;Dsr;Rns;Po)je broen(t) j'n eige
(Phi); pieke (Nwn). Volgens Nwn is een brandnetel daar een tingel
of pieker; andere vormen voor "brandnetel": broenetel (Ndp;Dl);
broeinekel (Rns).
28. Ka(n) je/keu je/kende 't anrikkeme(n)dere(n)/aonrecommandere(n)
aanbevelen, aanraden. Alg. bekende, "volkse" samenstelling van recom-
manderen en aanraden/aanbevelen. Door vrijwel alle inzenders beves-
tigd; een enkele merkt op: (heel) oud (NvtDw/Ovz Svn)
29. Wat stap je wêêr te kaojóógen: suffig te kijken. ZB (Ndp); GOfl (Dl:
koejóöge; Odp). Anders: peul-puulöögen (SlsjBzl); glêluëge (Nwn);
star-/staröóge(n) (Col;Po); kieken as 'n uul (op 'n zieke koe) (Kod;
Ha;Ndp;Zr); kieken as 'n suffif 'oen (Po); wa(t) kiek je we~bevi'óze
(Rns); - - faai (Hkg/Dl); stot dor zu suf as 'n kieken (Cg).
30. Ze schoot in 'eur kollère: ze werd heel boos. ZVW (BksGde/Nvt;
Nvt: heel oud; Sis); LvA (Ax,Nz); LvH (ze schoot in ne koljèr;
KlzLam/Kt: ze schoot vol k.); ZVO-zd (Cg: koljèr; Kw;Nwn).
Anders: ze wier kollèrig (Hp;Gpol: oud); ze schoot in 'eur dullen
(Nvt); ze kreeg de kelère (Ax)ze schoot in vier en vlamroe (RU;Ks);
ze wier netig (Dl); ze vloog in de vlamme (Hkz); ze vloog in de brand
(Dw/Ovz); zo kwaed as vier (Bzl); die schoot flink/ dan es even
uut (Rll;Wsk); ze was om te bosten (Po); - - te spetteren (Scherp);
toen ging de meule deur de vange (Hkg/Dl).
Vraag naar bekende plantennamen; achter elke naam de (evt.) beschrijving
in WZD.
'eksejuun. N.i. WZD.-SchD (Bwh/Nwk;Dsr)T (Po),
sensejuun. WZD: 1. Senecio vulgaris, gemeen kruiskruid; 2. Allium
vineale, kraailook. ZVW (Bks); LvA (Ax)W (Dob KodOmg.Mdb Osb
Rtm)ZB (Bzl; Gpol; GsHa; Hkz IerKb Kn; KplKtg; Ndp NssRil; Wde
Wolf); NB ColKgKsWsk)
kaesjes/kaosjes. WZD: 1. Mal va, kaasjeskruid; 2. Orobanche minor,
kleine bremraap. ZVW (Bks Hp Sis)ZB (Bzl; GpolHa; Hkz Ktg; Ril;
Wolf); NB (Kg;Wsk); SchD (DsrNwk; RnsZr)T (Po;TIn); GOfl
(Dl).
koeiepöóten. N.i. WZD.- ZB (Ndp); SchD (Dsr; Rns).
boekwitwindeN.i. WZD.- ZVW (Nvt); W (Dob); ZB (Ndp); NB (Col;
Ks); SchD (Dsr;Nwk).
wilde boekwiet. N.i. WZD.- W (Kod); ZB (Ha;Rll).
boekert. N.i. WZD.- ZB (Ril: zelden).
boekwit boekweit. SchD (Hsd); T (Po); GOfl (Hkg/Dl).
waoterreste. N.i.WZD. Geen bevestiging.
meiboom. N.i. WZD.- ZVW (Gde/NvtSis)LvA (Nz); LvH (Lam/Kt);
W (Kod); ZB (GsHa; HkzWde)NB (Col;Ks); SchD (Hsd); T (Tin);
GOfl (Hkg/Dl).
meien. WZD: 2. de mei(e) (meest mv. de meien) Crataegus, meidoorn.
- Meien (mv)Atriplex sp., melde. W (Kod); SchD (Dsr: melde),
dubbeltjesWZD: Capsella bursa pastoris; herderstasje. ZVW (Bks;
Hp; Nvt; Sis); LvH; W (Dob;KOd); ZB (Ril); NB (Ks); SchD (Dsr);
T (Po); GOfl (Odp).
dubbeltjeskruudWZD: Thlaspi arvense, witte krodde. ZB (Ndp).
plakketjesN.i. WZD. Niet bevestigd.
lepelbladN.i. WZD.- ZVW (BksGde/NvtNvt)LvA (Ax) LvH (Klz;
Lam/Kt); W (Kod;Osb); ZB (Ha; HkzKpl; Ktg: herderstasje; Ndp;
30