Fig. mo. Fig. 1400. Fig. 1411.
Chrysanthemum vulgare. Chrysanthemum leucanihemum.
a een deel van een blad; b omwindsel a omwindsel van achteren: b bloem
en bloembodem; c: omwindselblaadje; boofdje: c omwindsel met vruchtbo-
d, e bloemen; vruchtje. dein d sfcraalbloemr schijf bloembij
zonder bloemkroon: g vrucht.
Bladen ongedeeld, elliptisch of langwerpig (.fig. 14091, gekarteld-gezaagdde bovenste
meest geoord. Hoofdjes in een lossen scherm vorm igon tros. Blueinkroon geel.
0,60-1,20. ij-. Augs.— Octr. In doi'pstulnen wel gekweekt. Uit Zuid-Europa.
(Tanacetum Balsamita LIBalsem AY. -j- O. majus Asclis.
Bladen vindeelig met lancetvormigeaan de onderste bladen vin-
deelige, aan de bovenste gezaagdeslippen (fig. 1410). Hoofdjes
in een dichten, schermvormigen tros. Bloemkroon geel. 0,60-1,20.
21-. JuliOctr. Langs wegen en dijken, vooral op hoogen zand
grond. Algemeen. (Tanacetum vulgaro L.)
Wild wormkruid. Reinvaren. Reinevaar. Steenvaren.
Boeren Wormkruid. C. vulgare Bernh.
Vruchten der straalbloemen anders van vorm dan die der schijf-
bloemen. Straalbloèmen meest geel5
Vruchten alle gelijk van vorm. Straalbloemen wit, zelden ontbre
kend (fig. 1411). Onderste bladen langgesteeldomgekeerd-eirond-
sputelvormig, meest gekarteld, de bovenste zittend, langwerpig-
wigvormig tot lancetvormigmeest verwijderd grof-gezaagd j aan
den voet vaak vinspletig. Schijf der straalbloemen veelnervig.
Vruchten der straalbloemen meest zonder kelkzoom. Stengel met
1 hoofdje of met weinige takken ieder met 1 hoofdje. 0,30-0,60.
24. MeiHerfst. Langs wegen, dijken, in weilanden en in gras
land. Algemeen.
Groote madelief. Wambuishnoopen.
Witte G. C. leucanthemum L.
T (Po).
koeiöógen. WZD: Chrsanthemum leucanthemum, margriet.
T (Po).
ZB (Kpl)
N.B
32