voorbeeldig. Een prachtig 'pièce de
résistance', een duidelijke en tege
lijk aansprekende presentatie en een
begeleidende publicatie.
De publicatie maakt het degenen, die
geen kans zagen de tentoonstelling
te bezoeken, in ieder geval mogelijk
om iets van de pracht en de praal
van het altaarkleed voor de geest
te halen. Zo goed als in werkelijk
heid is ook in het boekje, goud de
alles overheersende kleur. Alle vijf
de voorstellingen van het antependi-
um zijn in het boekje prominent in
kleur afgebeeld.
Het museum heeft bewust gekozen
voor een publieksvriendelijk boekje.
De inhoud geeft in kort bestek een
goed en afgerond beeld van de ge
schiedenis van het antependium, de
verschillende voorstellingen, de ico
nografie, de ontwerper, en de makers.
Voor geïnteresseerden is een litera
tuurlijst opgenomen die voorziet in
de mogelijkheid tot verder lezen.
Vooral de artikelen van E. Dhanens
zijn wat dat betreft de moeite waard.
Het toeval wil overigens, dat in het
jongste nummer van het Zeeuws Tijd
schrift (jaargang 42, nr. 2 pp 45-
50) een artikel van L.J. Bol is opge
nomen, waarin de waarschijnlijke ont
werper van het antependiumde schil
der Jan Gossaert, uitgebreid aan de
orde komt.
Het boekje van Van den Donk, conser
vator van het Zeeuws Museum, is de
aanschafprijs zeker waard: het mag
gelezen én gezien worden!
W.H.P.S.
TENTOONSTELLINGEN
Nehalennia-tentoonstelling in kelder
van het Gravensteen
Er hing iets van euforie in de sfeer
rond de officiële opening van de
Nehalennia-tentoonstelling in de kel
der van het Gravensteen op 3 april
j.l. 'Ik ben meer dan gelukkig dat
deze inheemse godin weer thuis is,'
sprak burgemeester mr. J.J.P.M.
Asselbergs dan ook voorafgaand aan
de opening in de trouwzaal van het
stadhuis. Eerdere pogingen enkele
exemplaren van de Nehalenniabeelden
in Zierikzee te krijgen liepen op
niets uit. Verder dan een replica was
men nooit gekomen. Thans bleek de
sfeer in het Rijksmuseum voor Oud
heden in Leiden veel gunstiger en
mocht museumconservator Minke van
Meerten een keus maken van vijf
originele votiefaltaren
Burgemeester Asselbergs prees in
dit verband ook de bemiddeling van
provinciaal archeoloog Robert van
Heeringen.
Schipper Bout van de Tholen 6 Johanna
Cornelia deed op 14 april 1970 een
unieke ontdekking.Bij het vissen haal
de hij, totaal onverwacht twee Neha-
lennia-altaren op. Het Rijksmuseum
van Oudheden in Leiden werd op de
hoogte gebracht en besloten werd
de plek systematisch te gaan bevis
sen. Dat gebeurde in de nazomer van
Altaarsteen gewijd aan Nehalennia,
2e/3e eeuw na Chr.
5