te water die de handen heft. Op bei
de delen van de voorstelling zijn bo
venin de stralen van de zon te zien.
De tekstzijkant
De tekst op de zijkant is tweeregelig.
Alleen op de voorzijde zijn enkele
woorden te ontcijferen:
laat
dat godt ons
leijden
Vormontwikkeling e.d.
De tabaksdoos is een haast onmisbaar
attribuut bij het pijproken. Dat er
ter plaatse nogal eens een pijpje werd
gerookt wordt duidelijk uit de grote
hoeveelheid pijpekoppen (413) die in
de put is gevonden.
Het model van de tabaksdozen heeft
in de loop van de tijd herhaaldelijk
wijzigingen ondergaan. Door deze ont
wikkeling zijn ze vrij goed te dateren.
In de 17de eeuw is een doos van een
ovaal model gebruikelijk. Deze vorm
ontwikkelt zich in het begin van de
18de eeuw naar een langwerpig, smal
model. Tegen het eind van de 18de
en in het begin van de 19de eeuw
zijn meer rechthoekige dozen gebrui
kelijk
Het meest voorkomende materiaal in
de 17de en 18de eeuw is geel of rood
koper. Veel dozen werden als massa
artikel in Duitsland gefabriceerd.
De gravering werd met een burijn
of graveerstift aangebracht. Zij
werd meestal door Nederlandse zil
versmeden of graveurs gemaakt.
De voorstellingen op de tabaksdozen
zijn moraliserend, religieus of pro
faan. Als voorbeeld werd vaak een
bestaande afbeelding gebruikt, bij
voorbeeld een gravure. Bekende voor
stellingen zijn die met betrekking op
de scheepvaart, gezichten op steden,
kalenders, bijbelscènes enz. De voor
stelling op onze doos hebben we echter
niet terug kunnen vinden. Navraag
bij het Niemeyer Tabaksmuseum (Gro
ningen), het Pijpenkabinet (Leiden)
en museum De Moriaan (Gouda) lever
de geen gegevens op betreffende i-
dentieke exemplaren, voorstellingen
e.d. in collecties of literatuur. Wel
kunnen we de doos door vergelijking
dateren in het eerste kwart van de
1 7
18de eeuw. Een aantal musea in
den lande en vele particulieren hebben
verzamelingen aangelegd van deze
zeer aantrekkelijke objecten. Ze zijn
vrijwel allemaal door verzamelen be
waard gebleven; als bodemvondst komt
de tabaksdoos weinig voor. Uit Amster
dam zijn tot nu toe enkele deksels
bekend, maar complete exemplaren
moeten eerder als per ongeluk verlo
ren voorwerpen gezien worden dan
als moedwillig in een beerput weg
gegooide zaken.
Deurklopper
Het derde metalen voorwerp kon als
deurklopper geïdentificeerd worden.
Het is gegoten uit een koperlegering;
de lengte bedraagt 19,3 cm, het ge
wicht 1935 gram (cat. nr. 2, afb.)
De deurklopper heeft de vorm van
een fabel- of fantasiedier met het
lichaam van een leeuwDe kop ver
toont meer de trekken van een dol
fijn. Tussen de klauwen houdt het
wezen een bal die tevens functio
neert als slagpunt. De bevestigings-
as aan de andere zijde is afgebroken.
Deurkloppers zijn al bekend sinds
de late middeleeuwen. Veel voorkomend
zijn de leeuwekoppen met een ring
als slagpunt.
Als bodemvondst komt de klopper wei
nig voor. Door de erin verwerkte
hoeveelheid metaal leent dit voorwerp
zich dan ook uitstekend voor herge-
23