guldens. Het werk moest beginnen op 29 maart en klaar zijn op 30 juni van hetzelfde jaar. Van dit bouwwerk is niet alleen het bestek bewaard gebleven maar ook de bestektekening. Deze tekening met bijbehorende calculatie werd ver vaardigd door Johannis van der Schaef. Hij vroeg daarvoor van het stadsbe stuur een vergoeding van in totaal zeven ducatons. Het werk was immers wel voor honderd gulden minder aan besteed dan 'de base wel hadden ge docht' In totaal werd er dus over een lengte van 13,5 m aan het stadhuis aange bouwd. Omdat uit de archieven blijkt dat de hoofdwacht in deze jaren al achter het stadhuis stond kunnen we concluderen dat deze aanbouw op de andere', de zuidoosthoek van het stadhuis, tot stand kwam (afb.). Situatie ca. 7782. 7 markt, 2 stadhuis, 3 earner en keuken, 4 hoofdwacht, 5 A 313, 6 Lange Bellinckstraat, 7 voorm. Baudeloo, 8 A 311. Helaas zijn er over de bouw van de hoofdwacht zelf nog geen bijzonder heden te vermelden. Wat kunnen we nu te weten komen over de woningen die verderop in de Bellinckstraat stonden. We beper ken ons dan tot de eerste twee wo ningen achter de hoofdwacht zoals die op het minuutplan uit 1832 voor komen: de nummers A 313 en 314 (afb.). Aan de hand van de gegevens Situatie ca. 1832. 7 markt, 2 stadhuis, 3 concertzaal1 school, 5 A 313, 6 Lange Bellinckstraat, 7 voorm. Baude loo, 8 A 311, 9 stal van het stadhuis. uit de bij de minuut horende 'oor spronkelijke aanwijzende tafel' van het kadaster, begint de speurtocht. Met behulp van de namen van de ei genaren (die op zeker moment uiter aard kopers zijn geweest) is het mo gelijk in de transportregisters de namen van de verkopers (de vooraf gaande eigenaren dus) op te sporen. In het kader van dit hoofdstuk stopte het onderzoek rond 1650. A313 Uit de oudste transportakte, gedateerd 17 augustus 1657 leren we dat dit huis de naam droeg 'het Meuleken' en een 'blauw schaliedack' had. Ten zuiden van het huis stond nog geen bebouwing, het grensde daar aan de 'strate van den belck'. Ten westen 34

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1992 | | pagina 36