De grote markt van Hulst met het stadhuis en rechts daarvan de openbare school op de plaats van de voormalige hoofdwacht (1873). jes, krijt, griffels, leijen en alles wat zij verder noodig hebben'. Boven dien moest hij daarvoor de school ver warmen in de maanden november tot mei en het licht voor de avondschool bekostigen. Kwamen er meer dan tach tig kinderen naar school, dan moest de onderwijzer een ondermeester aan trekken. De school tussen de school tijden 'met versche lucht vervullen' was zeker niet de zwaarste taak die de onderwijzer kreeg opgedragen. Van hem werd ook verwacht dat hij de kinderen zou vormen tot 'nuttige, deugdzame en beschaafde leden der maatschappij'. Uiteraard was het on gewenst dat, wat al meermalen was gebeurd, de leerlingen bij het aan- en uitgaan der school 'eene woest heid aan den dag leggen' waaruit bleek dat het onderwijs zijn doel voorbijschoot. Ieder jaar werd in de Pinkstervakan tie door de schoolopziener en een commissie uit de gemeenteraad inspec tie uitgevoerd en 'de opklimmingen tot hoogere klassen bepaald'. In de vergadering van 26 februari 1825 werd Johannes de Bruyn uit Sas van Gent aangesteld tot onderwijzer.44 Na zijn overlijden in december 1856 werd de tweede openbare school (zie hierna) opgeheven. In 1883 werd het schoolgebouw gron dig verbouwd, waarbij de laatste herinneringen aan de oude hoofdwacht werden opgeruimd en in 1901 werd de school geheel vernieuwd en aan merkelijk uitgebreid (afb.). Na een gedeeltelijke verbouwing tot brandweer garage (in 1931) werd het gebouw in 1964 volledig in gebruik genomen als gemeente-secretarie. De aanbouw op de zuidoosthoek van het stadhuis de voormalige earner en keuken) werd tot 1839 gebruikt 38

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1992 | | pagina 40